In de eerste zes maanden van 2023 kregen 394.000 jongeren jeugdzorg. Dat zijn er 2.000 meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. Niet eerder telde Nederland zoveel jongeren tot 23 jaar met jeugdzorg. De stijging komt doordat meer jongeren jeugdhulp krijgen. Het aantal jongeren dat jeugdbescherming krijgt, neemt verder af, meldt het CBS.
Jeugdzorg: verschillen tussen gemeenten
Tussen gemeenten zijn er grote verschillen. In Tiel, Terneuzen, Krimpen aan den IJssel en Veendam kregen naar verhouding de meeste jongeren jeugdzorg. Het gaat in die gemeenten om ongeveer een op de acht mensen. In Raalte, Schiedam, Maassluis, Ameland, Staphorst, Urk en Vlieland krijgt ongeveer een op de twintig jongeren hulp.
Deze verschillen tussen gemeenten kunnen volgens het CBS meerdere oorzaken hebben. Gemeenten kunnen eigen keuzes maken in de manier waarop ze jeugdzorg organiseren. Dat kan leiden tot verschillen tussen gemeenten in de hoeveelheid en het soort jeugdzorg dat beschikbaar is. Daarnaast kunnen ook sociaaleconomische verschillen tussen regio’s een rol spelen, zoals de hoogte van het inkomen, het aantal eenoudergezinnen en hoeveel zorg er wordt gebruikt.
Meerdere problemen
Jongeren met jeugdzorg hebben, vaker dan jongeren zonder jeugdzorg, te maken met problemen op andere gebieden in het gezin. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS, waarin is gekeken welke achtergrondkenmerken van jongeren en hun ouders het sterkst samenhangen met de inzet van jeugdzorg. Of een achtergrondkenmerk een oorzaak is van de inzet van jeugdzorg, kan met dit onderzoek niet worden bepaald.
Achtergrondkenmerken jongeren
Of jongeren nu jeugdhulp zonder verblijf, jeugdhulp met verblijf en jeugdbescherming krijgen, ze hebben grotendeels dezelfde achtergrondkenmerken. Zo zitten jongeren met deze vormen van jeugdzorg vaker op het speciaal (basis)onderwijs, wonen ouders vaker niet meer bij elkaar, en maken huishoudens vaker gebruik van andere vormen van zorg, zoals Wmo en/of Wlz-zorg en ook ggz en/of -medicatie.
Voor jongeren met jeugdreclassering is de samenhang het sterkst met de aanwezigheid van verdachten van een misdrijf in het huishouden. Of jongeren in aanraking zijn geweest met HALT, de organisatie die jeugdcriminaliteit probeert te voorkomen, is een achtergrondkenmerk. Daarnaast zijn het vaker jongens dan meisjes, volgen deze jongeren vaker speciaal (basis)onderwijs en hebben ze vaker een onderwijsniveau op hoogstens vmbo/mbo-1-niveau. (ANP/Skipr)
Jorrit Stroosma
Dit geeft maar weer aan dat onze maatschappij op veel belangrijke punten compleet ontwricht is. En alles wat bij de Jeugdzorg, GGZ en maatschappelijk werk zit is nog maar het puntje van de ijsberg.
En met de influx van (tijdelijke) nieuwe Nederlanders zal dit alleen maar gaan toenemen de komende jaren, want die komen voornamelijk uit regio’s waar het oplopen van (ernstige) psychische problemen door maatschappelijke en oorlogssituaties groot is.
herman@ookbegeleiding.nl
“Of een achtergrondkenmerk een oorzaak is van de inzet van jeugdzorg, kan met dit onderzoek niet worden bepaald”. Oftewel, waar de jongere oorspronkelijk vandaan komt is niet te zeggen. We doen, gelukkig, niet aan etnisch profileren. Daarom alleen al is helemaal niet te zeggen dat de aanwas van die jeugdzorg komt door de “influx van nieuwe Nederlanders. Ook nirt in de toekomst. Op basis van cijfers: aanwas is 0,5% (!) als de hier getoonde cijfers kloppen. De bevolking in totaal is van begin 2022 naar begin 2023 gegroeid met 1,2% (bron CBS). Lijkt er dus op dat de relatieve consumptie van Jeugdzorg niet stijgt naar enigzins daalt. Ik heb dé oplossing ook niet maar om op basis van dit artikel te zeggen: het is totaal ontwricht en het wordt alleen maar erger door de nieuwe Nederlanders is wel erg kort door de bocht. Voor mij is ons landje nog steeds een prachtig landje. En ja, er valt nog veel te verbeteren. Totaal ontwricht? Neen.