“Het recht op voortplanting is een groot goed” , benadrukt de NVvP. “Toch kunnen zich situaties voor doen waarin iemand door een psychiatrische aandoening, vaak in combinatie met verslavingsproblematiek en of verstandelijke beperking, zelf zo kwetsbaar is dat de persoon niet in staat is de zorg voor een kind op zich te nemen en dat een zwangerschap het beloop van de aandoening, behandeling en herstel in de weg kan staan.”
Ernstig nadeel
Volgens de NVvP kan een zwangerschap dan bijdragen aan ernstig nadeel voor de patiënt. Ook het afstaan van een kind kan het beloop van de psychiatrische aandoening schaden. “Verzorging door iemand die daartoe niet in staat is of de situatie waarin op voorhand duidelijk is dat een kind zal moeten worden afgestaan zijn beide ook niet in het belang van het kind.”
Gesprek met patiënt
De NVvP stelt dat altijd eerst het gesprek met de patiënt gevoerd moet worden over een eventuele wens zwanger te worden, de timing daarvan, de eventuele risico’s en hoe die af te wenden, en de mogelijkheid tot vrijwillig gebruik van anticonceptie. De vereniging wijst ook op het GGD-programma ‘Nu niet zwanger’ waarmee wordt beoogd te voorkomen dat zeer kwetsbare ouders kinderen krijgen. In 70 procent van de gevallen lukt dit ook.
Zes zaken
De vereniging merkt op dat het gaat om zes zaken uit zo’n 14.000 zorgmachtigingen in 2020. Dit laat volgens de NVvP zien dat men in de praktijk uiterste terughoudendheid laat zien bij het tijdelijk inperken van het recht om zwanger te worden.