NVZD-voorzitter Rutger Jan van der Gaag ziet accreditatie als een maatschappelijke verplichting. “De samenleving vraagt terecht om goed bestuur”, aldus Van der Gaag. “De NVZD voelt zich sterk verantwoordelijk voor de kwaliteit van en het vertrouwen in de beroepsgroep van bestuurders in de zorg. Accreditatie is daarom een onlosmakelijk onderdeel van het lidmaatschap. Hiermee kunnen bestuurders aantonen dat zij actief werken aan hun professionele ontwikkeling en beschikken over zelf-reflectief vermogen; twee essentiële ingrediënten van goed bestuur.”
Geen verrassing
De nieuwe lidmaatschapseis komt niet als een verrassing. De NVZD biedt bestuurders in de zorg sinds 2014 de mogelijkheid om zich te laten accrediteren. Hiermee heeft de NVZD van meet af aan een bijdrage willen leveren aan de professionalisering en de maatschappelijke legitimatie van het zorgbestuur. De Algemene Ledenvergadering besloot in 2017 dat accreditatie een lidmaatschapsvereiste zou worden. Na een ruime overgangstermijn voert de NVZD deze vereiste nu door. Dit betekent dat leden die niet zijn opgegaan voor accreditatie, terwijl zij dat wel hadden kunnen doen, geen lid kunnen blijven van de NVZD. Hun lidmaatschap eindigt op 31 december 2020.
Betreurenswaardig
Met name onder bestuurders die richting hun pensioen gaan zij er die de accreditatie welbewust hebben laten lopen. Betreurenswaardig, vindt Van der Gaag. “Wij zien dat accreditatie de afgelopen jaren voor de meeste bestuurders vanzelfsprekend is geworden. Dat geldt zeker voor de nieuwe generatie van bestuurders die hun eerste bestuurlijke functie vervullen. Deze ontwikkeling vinden wij zeer positief. Wij zien ook dat een beperkt aantal leden, vooral in de groep van bestuurders die relatief dicht tegen hun pensioen aanzitten, ervoor kiezen niet op te gaan voor accreditatie, en accepteren dat zij daarmee het NVZD-lidmaatschap verliezen. Dat betreuren wij. Wij vinden het van belang dat alle actieve bestuurders zich periodiek en onafhankelijk laten toetsen, zoals dat ook geldt voor professionals met de BIG-registratie. Wij hopen dan ook dat deze bestuurders alsnog besluiten het accreditatietraject te doorlopen.”
Register
In het accreditatietraject verzamelen de deelnemers 360 graden feedback, stellen ze een ontwikkelplan op en voeren een accreditatiegesprek met twee auditoren. De auditoren geven op basis van deze informatie een advies aan de onafhankelijke accreditatiecommissie, die dan al dan niet de accreditatie verleent. Geaccrediteerde bestuurders worden opgenomen in een openbaar register. Om op te kunnen gaan voor accreditatie moet een bestuurder minimaal een jaar werkzaam zijn als bestuurder in de huidige organisatie.
Het accreditatiesysteem van de NVZD is ontwikkeld onder leiding van Kim Putters in samenwerking met onder meer bestuurders, het ministerie van VWS, de vereniging van toezichthouders in zorg en welzijn (NVTZ) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
T. Schraven
Als instrument voor kwaliteitsontwikkeling is het goed en ook goed dat bestuurders zich toetsbaar opstellen. Ik hoor van bestuurders er positieve verhalen over. Of het een instrument voor in- of uitsluiting van een beroepsorganisatie moet worden, daar ben ik wel kritisch over. Gevaar van binnen de lijntjes kleuren? Zou bijvoorbeeld architect en vernieuwer Rietveld toegelaten zijn tot de Bond van Architecten? Ik vrees van niet, want in zijn tijd werd hij onder vakgenoten niet begrepen.
Theo Schraven, bestuursadviseur
mremie
Geachte heer Schraven, in het accreditatietraject wordt getoetst of bestuurders actief werken aan hun professionele ontwikkeling en beschikken over zelfreflectief vermogen. In de visie van de NVZD zijn dit essentiële ingrediënten voor goed bestuur, ook relevant voor innovatieve bestuurders. Hartelijke groet, Mariët Remie, NVZD