© bilderstoeckchen / stock.adobe.com
Door snelle ontwikkelingen in de zorgtechnologie en farmacie komen er in rap tempo nieuwe geneesmiddelen bij, soms voor aandoeningen waar eerder geen behandeling voor was. Veel van deze nieuwe therapieën zijn behoorlijk aan de prijs. Zo hangt aan een nieuwe gentherapie voor de spierziekte SMA een prijskaartje van twee miljoen euro per patiënt. Al langer is er dus discussie over het effect van steeds meer dure, nieuwe medicijnen. Ziekenhuizen zouden er onevenredig hoge uitgaven aan hebben en dure medicijnen zouden de solidariteit onder het zorgstelsel kunnen ondermijnen. Hoeveel is immers een individueel mensenleven waard?
Nieuw beleid nodig
De NZa en het Zorginstituut hebben in verschillende publicaties benoemd dat nieuw beleid nodig is om de uitgaven aan medicijnen te beheersen. De Tweede Kamer heeft via een motie aan NZa, Zorginstituut en ACM gevraagd om met een gezamenlijk beleidsadvies aan VWS te komen. Om precies te zijn vroeg de Kamer de drie organisaties om samen een advies te formuleren over de betaalbaarheid en toegankelijkheid van geneesmiddelen in Nederland. De gezamenlijke werkagenda die nu is opgesteld moet uitmonden in dit beleidsadvies.
Inperken vrijheid van fabrikanten
“Door nu als partijen hierin samen op te trekken, verwachten wij meer te bereiken”, stellen de drie bestuursorganen. (..) Deze werkagenda is tegen deze achtergrond gericht op het komen tot een maatschappelijk gedragen kader voor geneesmiddelenprijzen en het versterken van concurrentie. Wij zijn ons bewust van de gevoeligheid en complexiteit van de doelen die wij hierin nastreven. Het inperken van de vrijheid van fabrikanten om te hoge geneesmiddelenprijzen te vragen zal weerstand oproepen. Als fabrikanten hogere prijzen vragen dan maatschappelijk aanvaardbaar, kan het gebeuren dat deze geneesmiddelen niet beschikbaar komen in Nederland. Dit kan vragen oproepen bij patiënten, voorschrijvers, media en/of politici.”
Maatschappelijk aanvaardbare prijzen
De werkagenda richt zich op twee thema’s. Het eerste draait om een kader voor maatschappelijk aanvaardbare prijzen en uitgaven van geneesmiddelen. “Het doel van het op te stellen kader is om op basis van meerdere openbare variabelen te kunnen vaststellen wat een maatschappelijk verantwoorde prijs voor een geneesmiddel is. Dit moet fabrikanten ertoe bewegen prijzen te vragen die maatschappelijk verantwoord zijn, waardoor ook andere zorg en andere collectieve voorzieningen voor iedereen die daarop is aangewezen toegankelijk en betaalbaar zijn”, is te lezen in de werkagenda. Variabelen voor een maatschappelijk kader kunnen bijvoorbeeld effectiviteit van het geneesmiddel, kosteneffectiviteit en mate van innovatie zijn.
Concurrentie
Het tweede thema op de werkagenda draait om het versterken van concurrentie van geneesmiddelen onderling. “De inzetbaarheid van meerdere concurrerende geneesmiddelen leidt vaak tot prijsdaling”, stellen NZa, ACM en Zorginstituut. “Belemmeringen voor (het ontstaan van) voldoende concurrentie zijn niet wenselijk. (..) Een bedrijf moet zich houden aan de mededingingsregels. Een onderneming mag haar economische machtspositie niet misbruiken. De ACM kan kijken of er sprake is van excessieve prijzen of vormen van marktgedrag waardoor bijvoorbeeld toetreding wordt belemmerd of vertraagd en andere fabrikanten worden uitgesloten. Ook kan het zijn dat er andere redenen zijn waardoor de concurrentie in de praktijk belemmerd wordt, bijvoorbeeld door gebrek aan level playing field. (..) Als blijkt dat beleidswijzigingen nodig zijn om meer concurrerende omstandigheden te creëren, dan kunnen hiervoor voorstellen worden gedaan in het beleidsadvies.”
Gepast gebruik
Naast de twee hoofdthema’s houden de samenwerkende partijen rekening met een aantal andere onderwerpen dat ook belangrijk kan zijn voor het vergroten van grip op geneesmiddelprijzen en -uitgaven. Dat gaat onder meer over het beheersen van de instroom van nieuwe medicijnen in het basispakket, gepast gebruik van medicijnen en onderzoek naar de werkzaamheid van geneesmiddelen. “Aan deze onderwerpen wordt al door veldpartijen en/of overheidspartijen in diverse samenwerkingsverbanden gewerkt. Dit gebeurt onder andere in werkgroepen die uitvoering gaan geven aan het Integraal Zorgakkoord. Daarom zijn deze onderwerpen geen onderdeel van deze werkagenda. De werkgroep volgt de voortgang hiervan actief. Afhankelijk van de noodzaak en samenhang van deze onderwerpen met de twee hoofdthema’s kunnen deze onderwerpen, of onderdelen hiervan, alsnog aan de gezamenlijke werkagenda worden toegevoegd”, aldus de bestuursorganen.
u.oron@c3am.nl
Op zich een goed initiatief en een begrijpelijke beweging tot samenwerking tussen de 3 ZBOs. Wel gaat het steevast over kosten en prijzen. Als het gaat om wat maatschappelijk verantwoord is, horen winsten en marges eigenlijk ook bij die discussie. Daarover wordt nauwelijks een woord gerept. Hoewel ik er in het verleden geen voorstander van was omdat het innovatie belemmerend kan werken, is het misschien tijd om het naast price-control en cost-control ook over profit-control te hebben. Of dat ten minste te verkennen. Men zou kunnen afkijken bij het VK, waar in het VPAS en voorheen het PPRS profit-control mechanismen worden gehanteerd, maar wel met ruimte voor groei. Soms is een bepaald winstniveau voldoende – ja ook fabrikanten geven dit zo aan – en kan er een balans gevonden worden tussen kostenbeheersing en voldoende incentives tot innovatie.