Senioren in einem Krankengymnastik Kurs trainieren ihre Fitness mit Reifen Usage: Journal Inside 41906_074_008 (2021) Usage: Journal Inside 41906_074_008 (20210624) Usage: Marketing General (20210713) Usage: Online (20210719) Usage: Online (20211012) Usage: Online (20211012) *** Local Caption *** © Robert Kneschke / stock.adobe.com
De NZa heeft in 2019 en 2020 een monitor gepubliceerd over de paramedische zorg. In beide jaren bleken paramedici, zoals fysiotherapeuten en diëtisten, ontevreden te zijn over de contractering en die onvrede is er nog altijd. Daarom heeft de NZa in 2021 gericht onderzocht welke informatie zorgverzekeraars geven en wat paramedici daarin missen. De zorgautoriteit heeft ook bekeken of meer transparantie zou leiden tot betere tarieven.
Uit het onderzoek blijkt dat de meeste zorgverzekeraars weinig tot geen informatie geven over hoe ze tot de tarieven komen, al zien zorgverzekeraars dat soms anders. “Uit onze gesprekken met zorgaanbieders blijkt dat informatie vanuit zorgverzekeraars over de tarieven de paramedici soms onvoldoende bereikt”, schrijft de NZa. “Tussen de individuele zorgverzekeraars zijn er verschillen over de locatie (bijvoorbeeld plaats op de website), de timing en de manier waarop zij informatie verstrekken aan paramedici over de totstandkoming van het tarief. Verder ervaren paramedici beperkte tijd en/of weinig informatie om een goede afweging te maken voor de contractkeuze. Ze geven aan dat ze pas laat in het contracteerproces het tarief weten waarvoor ze worden gecontracteerd.”
Meer transparantie niet de oplossing
De NZa hamert erop dat zorgverzekeraars hun informatievoorziening moeten verbeteren en zorgaanbieders de kans moeten geven om zich in te lezen. Toch is meer transparantie niet per se de oplossing voor de problemen rond de contractering van paramedische zorg. Die blijven namelijk hetzelfde. “In de basis komt het erop neer dat zorgaanbieders een hoger tarief willen en zorgverzekeraars juist de tarieven beperken om de betaalbaarheid te borgen”, aldus de NZa.
Volgens de NZa kan een onderbouwing van de tarieven in componenten van zorg zelfs averechts werken. Zorgaanbieders zouden daarop kunnen gaan sturen, wat niet per se in het belang van de patiënt zou zijn. Bovendien zou de discussie over de hoogte van tarieven dan alleen maar verschuiven naar de onderliggende componenten, stelt de zorgautoriteit.
Bekostiging aanpassen
De NZa ziet liever dat de gesprekken tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars over de inhoud van de zorg gaat. De uitkomst van deze gesprekken zou moeten zijn dat kwalitatief goede of passende zorg beter wordt beloond dan minder goede zorg. “Wij zetten in op het aanpassen van de bekostiging voor paramedische zorg, waarbij niet de productie maar de inhoud van zorg leidend is”, zo is te lezen in de rapportage.
Meerwaarde van fysiotherapie
De zorgautoriteit tekent hierbij aan dat een aanpassing in de bekostiging wordt belemmerd door de huidige beperkte aanspraak van fysiotherapie en oefentherapie. Deze paramedische zorg behoort nu eenmaal niet volledig tot het basispakket van verzekerde zorg. Dit terwijl deze zorg kan helpen om ergere klachten bij patiënten te voorkomen en dus kan voorkomen dat duurdere zorg nodig is. Deze beperkte aanspraak is volgende de NZa dan ook niet bevorderlijk voor het realiseren van passende zorg. Om tot een nieuwe toekomstvisie voor de paramedische zorg te komen legt de NZa ten slotte de bal bij de zorgaanbieders en zorgverzekeraars samen neer.
Minister De Jonge (VWS) stuurt het rapport van de NZa vandaag naar de Kamer. In zijn begeleidende brief gaat hij ook in op de beperkte aanspraak van fysio- en oefentherapie. “Op dit moment werk ik samen met betrokken partijen – beroepsgroepen, zorgverzekeraars, Patiëntenfederatie en het Zorginstituut – aan een plan van aanpak”, laat hij weten. “Dit moet uiteindelijk leiden tot een onderbouwing en concretisering van de verwachte meerwaarde van fysio- en oefentherapie. Op basis hiervan kan een nieuw kabinet besluiten om de aanspraak – indien nodig – anders in te richten.”
Ron Sneep
Tot mijn verbazing lees ik: “Om tot een nieuwe toekomstvisie voor de paramedische zorg te komen legt de NZa ten slotte de bal bij de zorgaanbieders en zorgverzekeraars samen neer.” Die bal ligt er naar mijn mening al jaren. De essentie van de onwil bij zorgverzekeraars wordt verwoord in de zin: “….. en zorgverzekeraars juist de tarieven beperken om de betaalbaarheid te borgen”, aldus de NZa.
Zo lang zorgverzekeraars het adagium “betaalbaarheid van de zorg” kunnen en mogen misbruiken om kwalitatief goede en juiste zorg op de juist plaats te blokkeren, is het NZA standpunt om de bal neer te leggen bij het overleg tussen aanbieders en verzekeraars een heilloze weg. Al jaren het adagium wat tot vandaag nooit iets heeft opgeleverd. Ingrijpen door de NZA in misbruiken van het begrip betaalbaarheid levert vermoedelijk veel meer kans van slagen op dan deze al jaren gehoorde loze kreet. Zorgverzekeraars behoren primair zorg te dragen voor kwalitatief verantwoorde én betaalbare zorg. Zolang zorgverzekeraars het eerste stelselmatig en straffeloos achterwege mogen laten, is dit NZa standpunt (wederom) gedoemd te mislukken.