Vanuit de gedachte dat kwaliteit en veiligheid enerzijds en toegankelijkheid en betaalbaarheid anderzijds nauw samen hangen met goed bestuur en toezicht traden de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in 2016 voor het eerst naar buiten met een gezamenlijk toezichtkader. Omdat er in vier jaar tijd in bestuurlijk, politiek en maatschappelijk opzicht het nodige is veranderd, achten de twee externe toezichthouders de tijd rijp voor een gedeeltelijke aanscherping.
Zorgcowboys
Die aanscherping richt zich niet toevallig op de rol van het intern toezicht. De recente ziekenhuisfaillissementen en het omstreden optreden van ‘zorgcowboys’ hebben bij velen de vraag opgeroepen of zorginstellingen niet te vaak hun maatschappelijke taken vergeten. Daarnaast wordt het bestuurlijk speelveld – en daarmee ook het toezicht- steeds complexer nu zorg in toenemende mate in ketens en netwerken wordt georganiseerd.
Eigen visie
In het aangescherpte toezichtkader zetten de IGJ en de NZa nog eens op een rijtje wat ze anno 2020 van een raad van toezicht of raad van commissarissen verwachten. Om te beginnen horen raden van toezicht een eigen toezichtvisie te formuleren inclusief duidelijke doelstellingen en acties. Cruciaal hierbij is dat de interne toezichthouders het maatschappelijk belang voor ogen houden. In afstemming met de raad van bestuur agendeert de raad van toezicht daarom proactief nieuwe maatschappelijke thema’s.
Legitimiteit
Bij het toezicht op de beheersing van risico’s hebben raden van toezicht niet alleen oog voor financiële kant van de zaak, maar nadrukkelijk ook voor gedrag en cultuur. Diversiteit in de samenstelling van de raad van toezicht is een must, want dit draagt volgens de IGJ en NZa bij aan de legitimiteit en effectiviteit van het optreden. De raad van toezicht ziet er daarnaast op toe dat geld dat bedoeld is voor de zorg ook daadwerkelijk aan de zorg wordt besteed. De inrichting van de organisatie is hier een afgeleide van. Toezichthouders zijn scherp op het voorkomen van belangenverstrengeling in de organisatie. Vanzelfsprekend vermijden ze ook zelf elke schijn van vermenging van belangen.
De raad van toezicht voorziet zich tijdig van goede informatie en haalt deze onder andere op in dialoog met interne en externe belanghebbenden. Besluitvorming van de raad van toezicht –tot slot-is transparant en afgewogen en draagt bij aan openbaarheid.
Niet normerend
Waarnemend inspecteur-generaal Marina Eckenhausen van de IGJ onderstreept dat het herziene toezichtkader in samenspraak met bestuurders, toezichthouders en andere stakeholders is opgesteld. “Wij als toezichthouders bewegen mee met de discussie in het veld. De indruk moet niet ontstaan dat wij dit allemaal bedenken. Wij expliciteren in dit kader wat we zien aan veldnormen, best practices, wetgeving en andere regels. Bestuurders waren in het begin bang onder druk te worden gezet en vroegen zich af: krijg ik straks te maken met toezicht op toezicht en moet de raad van toezicht nu bij elk gesprek met IGJ of NZa zitten. Ons kader is niet normerend. Er staat niet in: u vergadert elke tweede dinsdag van de maand.”
Alertheid
“We zoeken de balans tussen guidance geven, niet te veel voorschrijven en intern toezichthouders aan het denken zetten”, zegt Karina Raaijmakers, directeur toezicht van de NZa. “Als wij dingen zien mis gaan, staat een raad van toezicht vaak op grotere afstand. Met dit kader hopen we bij te dragen aan alertheid van intern toezicht.”
Lees verder: ‘Goede rvt beseft dat zorg niet eindigt bij de muren van de instelling’