De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) moeten de ruimte hebben bij zorginstellingen in grote financiële nood een stille bewindvoerder aan te stellen. Dat betogen zorgjuristen in het Financieele Dagblad.
In geval van het recente faillissement van de MC Groep had een stille bewindvoerder of een vangnetstichting veel maatschappelijke onrust en onzekerheid kunnen voorkomen, aldus de juristen in het FD.
Rustig inlezen
Een stille bewindvoerder kan nog voordat uitstel van betaling of faillissement wordt aangevraagd uitzoeken wat de overnamemogelijkheden zijn. Advocaat Henri Bentfort van Valkenburg vervulde deze rol in 2013 voor het failliete Ruwaard van Puttenziekenhuis in Spijkenisse dat destijds relatief eenvoudig een doorstart kon maken. “Het grote voordeel is dat een stille bewindvoerder in alle rust kan inlezen en voorbereiden”, stelt Bentfort van Valkenburg.
Vraagtekens
Op dit moment is het aan ziekenhuisbestuurders om een stille bewindvoerder aan te stellen. Wat betreft jurist Jan Andringa komt deze bevoegdheid in handen van de NZa en IGZ. Juridisch gezien ligt de zaak lastig omdat het Europese Hof van Justitie eerder grote vraagtekens bij het optreden van een stille bewindvoerder plaatste. Wat het Hof betreft mag het geen manier zijn om snel en voordelig personeel te ontslaan.
Het oprichten van een vangnetstichting is volgens de juristen een andere mogelijkheid om de onrust rondom een faillissement te verminderen. Dergelijke stichtingen kunnen bij Rijksoverheid aankloppen zodat onder meer personeel en leveranciers doorbetaald kunnen blijven worden. Ziekenhuizen hebben hier echter tot nu toe nooit gebruik van gemaakt.