Zorgaanbieders kunnen rationele overwegingen hebben voor een complexe juridische structuur, stelt de NZa. Maar in toezichtsonderzoeken constateert de autoriteit regelmatig dat dergelijke structuren een rol spelen bij oneigenlijk gebruik van zorggelden. De constructies bemoeilijken volgens de NZa het zicht op geldstromen, kunnen zorgen voor intransparante besluitvorming en belangenverstrengeling faciliteren.
Uiteindelijk kunnen ze daarmee ook schade toebrengen aan het imago van de gezondheidszorg, schrijft de NZa donderdag in het rapport ‘Fenomeenonderzoek Complexe juridische structuren van zorgaanbieders’. In de zorg zijn ontelbare complexe organisatiestructuren. Het NZa-rapport noemt vier veelvoorkomende constructies. Per blauwdruk noemt ze de diverse financiële risico’s.
Mogelijk misbruik
Onderlinge verwevenheid maakt het volgens de NZa mogelijk misbruik te maken: “Dat brengt risico’s met zich mee: het risico op belangenverstrengeling en dat de kans op besluitvorming die is gebaseerd op persoonlijk financieel gewin wordt vergroot”, schrijft de NZa.
Barrièremodel
Het barrièremodel dat de NZa voor de zorg beschikbaar stelt, is mede ontwikkeld door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Het model geeft aan in welke fases van het bedrijfsproces van zorgondernemingen welke interventies mogelijk zijn bij bestaande constructies, maar ook als een zorgaanbieder langzaamaan een bv-constructie optuigt. Het barrièremodel maakt inzichtelijk welke partijen wanneer welke drempels kunnen opwerpen om het risico op het weglekken van zorggelden te reduceren.
Informatie delen
De partijen die bij het barrièremodel betrokken waren, benadrukken het belang van informatiedeling. Daarbij kan het gaan om informatie over hoe risicoanalyses kunnen worden ingericht, over welke (kritische) vragen kunnen worden gesteld bij het accepteren van klanten en opdrachten, maar in sommige gevallen ook over concrete signalen. Als de zorgautoriteit in haar onderzoeken bijvoorbeeld stuit op een dubieuze rol van de accountant in kwestie, kan zij dit delen met andere toezichthouders zoals de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Rol zorgverzekeraars
Zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten kunnen in contracten met zorgaanbieders bijvoorbeeld allerlei afspraken maken die een juiste besteding van zorggelden borgen. Dat kan via contracten voor het inkopen van zorg in natura, maar ook via betaalovereenkomsten of controle op pgb-declaraties. Maar ze kunnen ook afspraken maken bij de contractering over de inrichting en bedrijfsvoering van een zorgorganisatie. Bijvoorbeeld door als voorwaarde te stellen dat moet worden aangesloten bij de zorgbrede governancecode.
Rol gemeenten
Gemeenten kunnen zeker ook een rol spelen. Ze zijn uitvoerders van en toezichthouders op de Wmo en de Jeugdwet. Veel zorgaanbieders zijn tegelijk in meerdere domeinen actief (zowel Zvw/Wlz als Wmo/Jeugdwet), wat het zicht op de bedrijfsvoering bemoeilijkt. In dat geval hebben zorgverzekeraars, gemeenten, zorgkantoren en de NZa een toezichthoudende en controlerende taak. Gemeenten kunnen al drempels opwerpen, bijvoorbeeld door in contracten met zorgaanbieders een integriteitsverklaring op te nemen. Onder meer in de gemeente Almelo zijn ze daar al ver mee, net als met andere barrières. Het model helpt gemeenten die hiermee aan de slag willen met voorbeelden van interventies die elders hun dienst al hebben bewezen.
Notarissen kunnen “meer vragen en doorvragen bij cliënten”, zo geven de bij het barrièremodel betrokken notarissen zelf aan. Bijvoorbeeld bij de vorming van complexe vennootschapsstructuren, onduidelijkheden in het ondernemings- en financieringsplan en vragen bij adviseurs van de cliënt wat de bedoeling is van bepaalde keuzes in de bedrijfsopzet. Accountants kunnen scherper kijken naar risico’s in de jaarverantwoording. Banken hebben wettelijk al een rol bij het melden van ongebruikelijke transacties.
van den oever
Oppassen voor frames die de plank zeer mis kunnen slaan. De schrijvers van het rapport lijken het format van vennootschappen te koppelen aan gebrek aan transparantie. Men zou eens objectief naast elkaar moeten zetten wat de transparantie van geldstromen binnen stichtingen is in vergelijking tot BV’s. Grote zorgstichtingen, waar meerdere geldstromen doorheen lopen, – dat zijn bijna alle organisaties in de zorg – zijn voor de buitenstaander niet te controleren. De ene hand wast daar de andere zonder dat iemand het ziet. Concerns met een BV-structuur zijn daarentegen juist zeer transparant omdat elke geldstroom en kostentoerekening – tot bij de KvK toe – goed is te controleren. Voorzichtig met oordelen dus !