De komende jaren neemt de zorgvraag toe, terwijl er maar beperkt personeel bij kan komen. Ook de zorgkosten blijven stijgen. Het is dus van belang dat de Nederlandse gezondheidszorg een efficiëntieslag maakt. Een manier om dat te doen is de doelmatiger inzet van personeel. Taakherschikking staat al meer dan tien jaar hoog op de prioriteitenlijst voor de medisch-specialistische zorg, maar komt moeizaam van de grond. In 2019 bleek dat met name discussies over geld het overdragen van taken hinderden.
Eigen code voor PA en VS
De NZa wil de taakherschikking de komende jaren een duwtje in de rug geven, onder meer door de regels voor het registreren van medisch-specialistische zorg te verduidelijken. De uitvoerende zorgverlener – de beroepsbeoefenaar die de zorg feitelijk levert – moet de zorgactiviteit op zijn eigen unieke agb-code (Algemeen Beheercode) vastleggen. Dit geldt voor alle zorgprofessionals die onder een beroepsgroep vallen waarvoor een eigen unieke agb-code aangevraagd kan worden (arts-assistenten uitgezonderd). Dat zijn bijvoorbeeld medisch specialisten, maar ook physician assistants en verpleegkundig specialisten, zo is te lezen op de website van de zorgautoriteit.
Voorbereiden
PA’s en VS’en hebben dus al een middel in handen om op eigen titel dbc’s te registreren in het ziekenhuis. Daarnaast zijn per 2022 de registratiemogelijkheden voor zorg aan kinderen met erfelijke en aangeboren aandoeningen uitgebreid. Artsen kunnen deze zorg nu beter registreren. Zorg geleverd door sportartsen kan vanaf volgend jaar ook beter vastgelegd worden. De NZa ontwikkelde hiervoor samen met de VSG een aparte typeringslijst sportgeneeskunde.
Verder kunnen brandwondencentra per 2022 de zorg voor patiënten zonder brandwonden beter registreren en declareren. Het komt namelijk voor dat in deze centra ook patiënten behandeld worden met complexe wonden als gevolg van andere aandoeningen dan brandwonden. Door een wijziging in de regels kunnen de brandwondencentra deze zorg vanaf volgend jaar eenvoudiger registreren en neemt de administratieve last af.
De NZa wijst zorgaanbieders, zorgprofessionals en branche- en beroepsverenigingen erop hoe zich op deze veranderingen kunnen voorbereiden. Zo moet iedere beroepsbeoefenaar een eigen agb-code aanvragen, moeten ict-systemen erop worden ingericht dat zij die code kunnen gebruiken en moeten ook de werkprocessen erop worden aangepast.
Contractering zorgverzekeraars
Door inzicht te geven wie de zorg levert, moet duidelijk worden op welke momenten in het zorgproces taakherschikkers worden ingezet en welke zorg zij verlenen. “Deze registratie helpt ook om andere mogelijkheden zichtbaar te maken. Zijn er patiëntengroepen waar nu nog geen taakherschikkers aan te pas komen, maar waar zij wel van meerwaarde zijn voor de patiënt? Dat inzicht biedt zorgaanbieders kansen om van elkaar te leren. Inzicht in de inzet van taakherschikkers stimuleert bovendien het gesprek hierover bij de contractering tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders”, aldus de NZa.
Niet vrijblijvend
De zorgautoriteit wijst er tot slot op dat taakherschikking niet vrijblijvend is. “Zorgaanbieders en zorgverzekeraars spraken af om de groei van zorgkosten te remmen, met behoud van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de zorg. Taakherschikking is hiervoor een belangrijk middel. Het draagt bij aan doelmatige en kwalitatief goede zorg. Door taken over te dragen aan bijvoorbeeld verpleegkundig specialisten en physician assistants, hebben medisch specialisten meer tijd voor complexere zorgvragen. Op die manier leggen we meer focus op de vraag welke zorgprofessional op welk moment de meeste waarde kan toevoegen voor de patiënt.”
Het platform Zorgmasters moet de komende tijd de financiële effecten van taakherschikking inzichtelijk maken. De eerste resultaten worden dit jaar nog verwacht. Daarnaast monitort de NZa ook zelf de registratie van zorgactiviteiten door taakherschikkers.