Het verzamelen van gepseudonimiseerde data van ggz-patiënten is essentieel voor de zorgvraagtypering. Daarmee zijn de wachtlijsten terug te dringen, zo zegt de NZa. “De zorgprofessionals in de ggz kunnen de grote vraag naar deze zorg niet meer aan. Om dit te veranderen, is inzicht nodig in de sector.”
Inbreuk beroepsgeheim
Sinds 1 juli moeten psychiaters en psychologen daarom de gegevens van hun cliënten tussen 1 juli 2022 en 1 juli 2023 geanonimiseerd uitwisselen met de NZa. Van de Autoriteit Persoonsgegevens mag de NZa dit doen, op voorwaarde dat de uitvraag maar een jaar duurt. De verzamelde gegevens betreffen onder meer verslavingsproblemen, seksuele kwesties en suïcidale gedachten. Hoewel de gegevens geanonimiseerd zijn, kan identificatie plaatsvinden bij koppeling met andere databanken.
Ondanks beloftes van de NZa om dit niet te doen, bestaan zorgen binnen de ggz over privacy- en veiligheidskwesties, zoals datalekken. Om de uitvraag en verwerking van ggz-data te stoppen, heeft een coalitie van behandelaren en cliënten de zorgautoriteit voor de rechter gesleept. Volgens de eisers gaat het om ‘een aanslag op de kwaliteit van de geestelijke gezondheidszorg’ die een onacceptabele inbreuk op het beroepsgeheim van behandelaren en privacy van cliënten maakt.
Uitspraak kort geding
In afwachting van de uitspraak in de bodemprocedure spande Vertrouwen in de GGZ een kort geding aan om de verplichte aanlevering van HONOS-lijsten op te schorten. De rechtbank Midden-Nederland gaat daar niet in mee. In het kort geding stelt de rechter dat er momenteel onvoldoende reden is om de data-uitvraag door de NZa te verbieden. Volgens de rechter is er ‘hoogstens sprake van indirect identificerende gegevens’. Ook stelt de rechter dat de eisers onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat er een ongerechtvaardigde inbreuk op het beroepsgeheim is en de verwerking in strijd is met de AVG-wet. “De uitspraak van de rechtbank maakt dat we met zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgprofessionals verder kunnen werken aan een toegankelijke ggz waar mensen op tijd de zorg krijgen die ze nodig hebben”, reageert de NZa op de uitspraak.
Bodemprocedure
Vertrouwen in de GGZ is teleurgesteld over de afwijzing van de voorzieningenrechter. De beslissing heeft volgens de actiegroep echter geen invloed op de kansen in de hoofdzaak, die nog moet worden behandeld. “We zien de behandeling van de kernbezwaren in onze rechtszaak dan ook met vertrouwen tegemoet. Het is nu wachten op de zitting in onze bodemprocedure, die hopelijk binnen een half jaar plaatsvindt”, aldus de actiegroep.