De Nederlandse Zorgautoriteit gaat dit jaar de mogelijkheden om e-health te declareren onder de loep nemen. De NZa richt zich daarbij met name op de wijkverpleging en de langdurige zorg. De zorgautoriteit stelt dat zorg op afstand met behulp van technologie een belangrijke rol kan spelen bij het leveren van de juiste zorg op de juiste plek, een speerpunt van het kabinetsbeleid, en wil dit stimuleren.
In een brief aan het ministerie van VWS licht de NZa toe welke acties zij in 2019 gaat uitzetten om in 2020 tot een bekostiging te komen die meer recht doet aan het potentieel dat in e-health ligt verscholen. De zorgautoriteit legt in haar brief een groot deel van de verantwoordelijkheid bij veldpartijen, zoals zorgaanbieders, zorgkantoren en verzekeraars, maar doet zelf wel een aantal concrete voorzetten.
Zo wil de NZa kijken of de bestaande regels die er zijn om thuis- en zelfzorgtechnologieën vergoed te krijgen moeten worden opgerekt. Door minder strak te omschrijven wat er wel en niet vergoed kan worden zouden nieuwe technologieën er eerder onder kunnen vallen. Voor zorgverzekeraars, zorgkantoren en zorgaanbieders zou het echter juist meer duidelijkheid kunnen geven bij de contractering als er nieuwe, helder geformuleerde prestatiebeschrijvingen komen. Dat moet uit het overleg met die partijen blijken.
Tarieven gelijk trekken
Een andere bal die de NZa opgooit is het gelijk trekken van de tarieven voor bepaalde e-health-toepassingen met de tarieven van reguliere zorgproducten. Als concreet voorbeeld hiervan noemt de NZa de teledermatologie, het op afstand beoordelen van digitale foto’s door een dermatoloog. Nu geldt hiervoor een lager tarief dan voor een bezoek aan de dermatoloog. Voor dermatologen en ziekenhuizen is dat geen stimulans om over te gaan op teledermatologie, terwijl die een hoop onnodige bezoeken aan de dermatoloog zou kunnen voorkomen en de patiënt sneller duidelijkheid zou geven.
Verder wil de NZa zorgverzekeraars stimuleren om elkaars beleid bij het inkopen van e-health te volgen. “Bewezen e-health toepassingen moeten snel landelijk worden gestimuleerd als logisch onderdeel van zorg door alle zorgverzekeraars en zorgkantoren, (en idealiter ook door gemeenten) zodat mensen overal in het land hier gebruik van kunnen maken. Het is onze overtuiging dat e-health en innovatie kunnen bijdragen aan een betere toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg, in combinatie met meer kwaliteit van leven. De zorgverzekeraars en zorgkantoren hebben hier een zorgplicht en kunnen hierop worden aangesproken”, schrijft de zorgautoriteit.
Gebundelde betaling
De NZa ziet in e-health kansen om hele zorgprocessen beter of doelmatiger in te richten. De zorgautoriteit stelt daarbij wel vast dat implementatie van een nieuwe e- health-toepassing weer zou kunnen leiden tot een verlies van opbrengsten voor de zorgaanbieder omdat die bestaande zorg vervangt die niet meer gedeclareerd kan worden.
“Innovatieve contractmodellen zoals de gebundelde betaling (bundle payment) kunnen dan uitkomst bieden”, stelt de NZa voor. “Met een gebundelde betaling spreken aanbieder en verzekeraar een vast bedrag af per patiënt binnen een specifieke, afgebakende patiëntengroep voor alle zorg die samenhangt met de specifieke zorgvraag van de patiënt. Aanbieder en zorgverzekeraar kunnen bijvoorbeeld een vast bedrag overeenkomen per COPD-patiënt voor alle longzorg die deze patiënten nodig hebben. De uitkomsten van zorg die voor deze patiënten belangrijk zijn worden gemeten en hierover legt de zorgaanbieder verantwoording af. Hierdoor ontstaat er meer stimulans om het zorgproces anders in te richten.”
Vendor lock-in
Tot slot erkent de NZa dat de rol en de belangen van ICT-bedrijven niet moeten worden onderschat. “Zorgaanbieders zijn in de afgelopen jaren steeds afhankelijker geworden van een klein aantal ict-leveranciers. Hierdoor is een disbalans ontstaan tussen de relatief kleine zorginstellingen en de grote ict-leveranciers wat leidt tot een vendor lock-in. Zorgaanbieders zijn onvoldoende in staat om gebruikerswensen gerealiseerd te krijgen.”
De NZa gaat de ontwikkelingen op dit gebied de komende tijd nauwlettender volgen, in lijn met de gesprekken die ziekenhuizen al voeren met ICT-leveranciers. “Wij zouden bijvoorbeeld graag zien dat zorgaanbieders elkaar meer gaan opzoeken bij de gezamenlijke inkoop van ICT. Gezamenlijk staan zorgaanbieders sterker en hebben zij meer mogelijkheden om de specifieke gebruikerswensen die de goede kwaliteit van zorg waarborgen af te dwingen. Wij zullen daarover in gesprek gaan met het zorgveld voor goede voorbeelden”, aldus de Nederlandse Zorgautoriteit.