De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) introduceert op verzoek van het ministerie van VWS een nieuw bekostigingssysteem voor verpleeghuizen. Bekostiging wordt in het nieuwe systeem gebaseerd op de kosten van vergelijkbare verpleeghuiszorgaanbieders en niet op die van het landelijk gemiddelde.
Kostenverschillen
Er zijn verscheidene redenen voor kostenverschillen tussen verpleeghuizen. De NZa onderscheidt factoren als verzuim van personeel, specialisatie op een bepaald ziektebeeld en de samenstelling van cliëntpopulatie of personeel (zzp-mix). De zorgautoriteit acht het noodzakelijk om de kostenverschillen tussen verpleeghuizen te corrigeren en wil rekening houden met omstandigheden.
De NZa schrijft dat maximumtarieven momenteel worden vastgesteld op basis van gemiddelde kosten van verpleeghuizen. Een hogere zorgzwaarte betekent een hogere vergoeding. “Deze bekostigingsmethodiek veronderstelt dat er geen andere verschillen zijn tussen verpleeghuizen en biedt dus weinig inzicht in meerkosten van die verschillen”, schrijft de NZa.
Maatwerk
NZa wil maatwerk leveren door tarieven te baseren op de kosten van vergelijkbare verpleeghuiszorgaanbieders. De zorgautoriteit benadrukt dat stapeling van afzonderlijke correcties echter ‘inefficiënt en onwenselijk’ is: “Dit opent de deur voor lobbyen en maakt het bekostigingssysteem onnodig complex. Het verhoogt daarmee ook de kans op scheve compensaties, terwijl we juist meer maatwerk in de bekostiging willen brengen.”
Proces
In het najaar van 2019 wordt een meerjarig proces gestart om de nieuwe bekostigingsmethode vorm te geven. De NZa verwacht dat de integrale vergelijking na 2021 in kleine stappen effect heeft op de bekostiging van verpleeghuizen. Er is nog ruimte voor inspraak.