Eerder dit jaar zette de NZa al de contouren van de nieuwe bekostiging, het zorgprestatiemodel, uiteen. De dbc-bekostiging verdwijnt. Vanaf 2022 wordt de ggz betaald op basis van het type zorg, de tijdsduur hiervan en het beroep van de behandelaar.
Zorgprestatiemodel
Samen met brancheorganisaties in de ggz en forensische ggz heeft de NZa het zorgprestatiemodel verder uitgewerkt. Op basis daarvan adviseert de toezichthouder om deze nieuwe bekostiging van de ggz en fz per 2022 in te voeren. ‘De NZa hecht eraan dat aan de bekostiging een vorm van zorgvraagtypering wordt gekoppeld. Per 2022 zal daarom ook een nieuwe zorgvraagtypering worden ingevoerd. Daarin classificeert de zorgprofessional de aard en ernst van de zorgvraag van de patiënt’, meldt de NZa op de eigen website.
Begrijpelijke nota
In april 2019 heeft de NZa het advies ‘Zorgprestatiemodel ggz en fz’ uitgebracht. Dit advies beschrijft een nieuwe bekostiging van de ggz en forensische zorg die is gebaseerd op consulten en settings. Dit zorgprestatiemodel maakt de bekostiging volgens de NZa een stuk eenvoudiger. De administratieve lasten verminderen en de patiënt krijgt een begrijpelijke nota. De zorgaanbieder krijgt bovendien een vergoeding die aansluit bij de geleverde zorg. Het zorgprestatiemodel leidt er daarnaast toe dat er sneller dan nu gedetailleerde informatie beschikbaar is voor bijvoorbeeld beleidsdoeleinden en facturering. De combinatie van de nieuwe bekostiging met een vorm van zorgvraagtypering biedt zorgaanbieders en verzekeraars een goede basis voor het gesprek over gepast gebruik van zorg.
Digitale consulten
Het zorgprestatiemodel biedt ook ruimte voor digitale zorg. Het geeft behandelaren maximale mogelijkheden om consulten digitaal vorm te geven wanneer de patiënt hier behoefte aan heeft en het in de behandeling past. De NZa verwacht dat de staatsecretaris van VWS en de minister voor Rechtsbescherming in de eerste helft van september een besluit nemen over de invoering van het zorgprestatiemodel vanaf 2022.
hans@amehr.nl
Het zou goed zijn als de medisch specialistische revalidatie een vergelijkbaar traject volgt.