Het advies ‘Integrale vergelijking verpleeghuiszorg’ wil een eerste stap zijn op weg naar tarieven waarin de relatie tussen bekostiging en kwaliteit steviger is dan nu het geval. De NZa zoekt uiteindelijk naar tarieven voor alle zorgaanbieders van verpleeghuiszorg die hoog genoeg zijn om zorg te leveren volgens het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg, maar tezelfdertijd ook niet zo hoog zijn dat de toegankelijkheid en betaalbaarheid onder druk komen.
Verbeterruimte
Door verpleeghuizen integraal te vergelijken hoopt de NZa zicht te krijgen op zulke tarieven. Tevens kunnen aanbieders door een integrale vergelijking leren van collega’s die kostenefficiënter werken. De integrale vergelijking die de NZa de afgelopen maanden heeft uitgevoerd leert dat de aantoonbare kostenverschillen tussen vergelijkbare aanbieders uitkomen op zo’n 7 procent. Hoewel de NZa spreekt van een “goede eerste indruk” wil ze gezien het verkennende karakter van de vergelijking niet te veel nadruk leggen op deze kostenverschilllen. “Het kunnen deels wenselijke verschillen zijn, maar ook potentiële verbeterruimte signaleren”, aldus de NZa. “Dit is niet één op één uit deze data af te leiden.”
Niet robuust genoeg
De voorzichtige conclusie van de NZa is dat integrale vergelijking een goed instrument is voor aanbieders verpleeghuiszorg om van elkaar te leren, maar dat de methodiek nog niet “robuust” genoeg is als fundament voor nieuwe tarieven. Toch wil de NZa verder op de ingeslagen weg en adviseert ze demissionair minister De Jonge om de methodiek komend jaar door te ontwikkelen.
Data
Een belangrijke tekortkoming c.q. verbeterpunt is de kwaliteit van de data. Daarnaast loopt de NZa tegen wettelijke beperkingen aan als het gaat om het vergelijken van bedrijfsgegevens. Door het vertrouwelijke karakter is dit vaak niet toegestaan, hetgeen volgens de NZa transparantie in de weg staat. Om meer gegevens te kunnen delen oppert de NZa een wetswijziging gericht op “een flexibele bevoegdheid binnen randvoorwaarden”.
Administratieve belasting
Een ander punt van overweging zijn de administratieve lasten die met een integrale vergelijking zijn gemoeid. Hoewel de NZa data op gestandardiseerde wijze uitvraagt, loopt het tijdsbeslag sterk uiteen. Waar sommige aanbieders het in 30 uur kunnen met een doorlooptijd van 16 dagen, had driekwart er 45 uur voor nodig, met uitschieters van 100 uur.
Heroverweging
Belangrijker nog is de constatering dat de precieze financiële impact van integrale vergelijking als basis voor tarieven nog onduidelijk is. Met name rond de financiering van vastgoed zijn veel vragen. Ook op macroniveau zijn er financiële knelpunten. Door de groeiende vergrijzing en arbeidsmarkttekorten staat het budget voor ouderenzorg voortdurend onder druk. Daarmee komt de vraag wat passende ouderenzorg is altijd weer op het bordje van de politiek terecht. De NZa kan met de aanbieders en zorgkantoren pleiten voor meer preventie, digitalisering en domeinoverstijgende samenwerking, “wanneer blijkt dat de beschikbaar gestelde kwaliteitsmiddelen niet meer geborgd kunnen worden, bijvoorbeeld door onverwachte volumegroei of door structurele kostenverhogingen in de sector, zal de verhouding (balans) tussen kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid door de politiek heroverwogen moeten worden.”