De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft in het eerste kwartaal van 2016 zo’n 500 meldingen over de zorg gehad. Dit zijn ruim 160 meldingen meer dan in het eerste kwartaal van 2015.
Iets meer dan een kwart (25,4 procent) van de meldingen ging over de ziekenhuiszorg. Hierbij leverde de onduidelijke of mogelijk onjuiste ziekenhuisrekening en de verrekening met het eigen risico de meeste meldingen op. De NZa constateert daarbij dat sommige zelfstandige behandelcentra (zbc’s) niet declareren volgens de NZa-regels. Omdat verzekeraars deze rekeningen daarom afkeuren, sturen ze die onterecht door naar de patiënt.
Van de meldingen gingen 24,8 procent over zorgverzekeraars, gevolgd door ggz (15,9 procent), mondzorg (8,5 procent) en apotheekzorg (7,2 procent).
In de ggz blijkt het schatten van de behandelduur een punt van zorg. De NZa zegt diverse signalen te hebben ontvangen dat aanbieders hun cliënt indelen in de behandeltrajecten door te schatten hoeveel minuten behandeling ze nodig hebben. Dat kan betekenen dat de patiënt of te weinig zorg krijgt of juist teveel betaalt, aldus de NZa.
Bij de apotheken zijn er geregeld klachten over het in rekening brengen van een begeleidingsgesprek, terwijl dit niet gevoerd is.