De mensen op de zogenoemde MEE-lijst ontvangen zorg, maar deze vorm van zorg is niet altijd passend of naar wens van de cliënt. Dat blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) naar de lijst met wachtenden op een plek in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking, die cliëntenorganisatie MEE bekendmaakte in het televisieprogramma Nieuwsuur.
Volgens MEE kunnen zeker 125 mensen geen geschikte opvang vinden, directeur Mirjam Sterk schat in dat er in totaal zelfs zo’n vijfhonderd moeilijk plaatsbaren zijn. Het betreft veelal jonge mensen tussen de 18 en 35 jaar met een verstandelijke beperking in combinatie met ernstige gedragsproblemen.
De NZa heeft alle zorgkantoren een verklaring gevraagd voor de wachtenden op de lijst van MEE. Uit een vergelijking van de gegevens van MEE en de zorgkantoren bleek dat een aantal mensen op de lijst niet als wachtenden bekend waren bij het zorgkantoor. Sommige wachtenden bleken bijvoorbeeld een persoonsgebonden budget te ontvangen omdat zij wachten op een plek in een instelling. Deze mensen stonden bij het zorgkantoor geregistreerd als ‘in zorg’ en waren daarom onterecht niet in beeld als wachtend.
Oplossing
De zorgkantoren en MEE zoeken samen een oplossing voor deze mensen. Op verzoek van de NZa hebben de zorgkantoren op ons verzoek verbeterplannen opgesteld. Deze moeten ertoe leiden dat zorgkantoren structureel alle Wlz-cliënten in hun regio beter kennen en hen actief bemiddelen naar passende zorg. In de komende periode spreekt de NZa met de zorgkantoren over de verbeterplannen.
Volgens MEE en de zorgkantoren is er sprake van een personeelstekort in de gehandicaptenzorg. Ook zeggen ze dat er te weinig geschikte plaatsen beschikbaar zijn voor moeilijk te plaatsen cliënten. Het ministerie van VWS is een landelijk traject gestart om met onder meer de NZa, MEE, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, Zorgbelang, Ieder(in), CCE en Zorgverzekeraars Nederland tot oplossingen te komen.