Beeld: blende11.photo/stock.adobe.com
Zo zit Ikazia in Rotterdam bij negen van de tien onderzochte behandelingen onder de volumenormen. Elkerliek in Helmond haalt acht van de tien normen niet, aldus NZa in het rapport ‘Volumes bij interventies met voorgestelde normen hoogcomplexe medisch specialistische zorg’. Ook St Jans Gasthuis in Weert, Anna Ziekenhuis (Eindhoven, Geldrop) en OLVG (Amsterdam) komen voor relatief veel behandelingen onder de toekomstige norm voor het aantal behandelingen per ziekenhuis per jaar.
Umc’s en STZ-ziekenhuizen
Umc’s halen bijna altijd de nieuwe normeringen: bij Amsterdam UMC voor 18 van de 20 behandelingen en bij Erasmus MC voor 18 van de 19 behandelingen. Ook Radboudumc, Maastricht UMC+ en LUMC zitten vaker dan gemiddeld boven de normen. Hetzelfde geldt voor enkele STZ-ziekenhuizen, bijvoorbeeld Catharina Ziekenhuis (Eindhoven) en Medisch Spectrum Twente.
Het NZa-rapport is het vervolg op het Integraal Zorgakkoord. Een van de IZA-afspraken was ‘optimalisatie van de medisch-specialistische zorg’. Er zouden minimumvolumenormen komen voor vijf oncologische aandoeningen (long, maag/slokdarm, pancreas, nier en hoofd/hals) en voor twee vaatchirurgische interventies.
Normen oncologie
Slechts bij drie van de twaalf oncologiebehandelingen op het terrein van hoofdhals, maag/slokdarm, long, nier en pancreas halen alle instellingen de nieuwe minimumnorm. Bij bijvoorbeeld resecties (verwijderingen) bij maag/slokdarm zit de helft van de zestien ziekenhuizen op de norm, voor resecties bij longkanker slechts 17 van de 42 ziekenhuizen. Bij ERCP (kijk-onderzoek pancreaskanker, 14.650 patiënten per jaar) bevindt twee derde van de 66 ziekenhuizen zich onder de norm.
Normen hartvaat
Voor vaatchirurgische interventies gaan twee nieuwe normen gelden. Voor slagaderverwijding (aorta aneurysma, 4100 patiënten per jaar) halen 18 van de 55 ziekenhuizen de toekomstige norm niet. Voor complexere chirurgie zitten er 10 van de 29 onder de norm. Voor vernauwing van halsslagaderen (carotislijden) hangen de uitkomsten sterk af van hoe snel de behandeling plaatsvindt. Als de interventie binnen een week of twee weken moet, halen respectievelijk slechts 1 en 24 van de 50 ziekenhuizen de norm.
De volumenormen zijn tot stand gekomen na veel overleg dat is geleid door Zorginstituut Nederland en FMS. Zij hebben gesproken met onder andere wetenschappers en specialisten uit de twee specialismen, ziekenhuizen, zorgverzekeraars, het ministerie van VWS en patiënten. Nu volgt overleg op regioniveau of deze uitkomsten aanleiding zijn om eventueel de normen aan te passen.
De NZa hanteert zeven regio’s, naar analogie van de zeven bestaande oncologieregio’s. Die indeling wordt ook gebruikt voor de vaatchirurgische interventies. De zeven regio’s gaan elk een ‘impactanalyse’ maken naar de gevolgen van de minimumnormen. Deze analyses geven inzicht in de (cascade)effecten door de herverdeling van interventies. De impactanalyses moeten volgens de NZa leiden tot een zo “evenwichtig en zorgvuldige mogelijke herverdeling van medisch specialistische zorg”.
Minimaal 50 behandelingen
Enkele volumenormen voor oncologie: voor resecties hoofd-halskanker minimaal 50 behandelingen per jaar per instelling, voor resecties maag/slokdarm wordt dat 75, voor long 60 (twee jaar na invoering van die norm moet dat naar minimaal 100), bij resecties pancreas 50 behandelingen en voor nierkanker (lokaal) wordt 75 de minimumnorm.
Voor hartvaat zijn twee belangrijke minimumnormen bepaald. De norm voor chirurgische behandelingen van aorta aneurysma is minimaal 50 interventies per instelling per jaar. Voor complexere endovasculaire ingrepen is de subnorm 15 interventies per instelling per jaar.
hmcmanagement
Nu nog even de bereikbaarheid (zie rapport PBL van 26-09-2024) regelen.
Maar ja, dat is/zijn een ander/andere departement(en) dus dat zal wel niet lukken. But that is an other story! En wie bij VWS maakt zich daar druk om.
Wat dat betreft kent de NL overheid continuïteit. Of het nu de Kabinetten Rutten zijn of het Kabinet Schoot/Wilders, het motto is: après nous le déluge.
Hans Hof, adviseur/bestuurder/toezichthouder in de eerstelijnszorg die met inmiddels 40 jaar ervaring vorengenoemde continuïteit heeft leren onderkennen.
Olieshout
‘Ontregel de zorg’ was het motto van zorgverleners om de administratielast te verminderen.
Motto een beetje verkeerd geïnterpreteerd?
Zou me niks verbazen…
Hans Kevenaar
Het is niet vreemd dat de grotere ziekenhuizen, waaronder de UMC’s de normen wel halen en de kleinere ziekenhuizen vaak niet. De normen worden immers vastgesteld door de wetenschappelijke verenigingen, waarin de specialisten , vaak hoogleraren, van deze grote ziekenhuizen zijn vertegenwoordigd. Dit fenomeen speelt al jaren. Ook al in mijn tijd als bestuurder van een kleiner ziekenhuis, 15 jaar geleden. Toen heb ik dit ook reeds in het openbaar bekritiseerd; dat heeft echter geen effect omdat de grotere ziekenhuizen hier alleen maar baat bij hebben en ze dit voordeel niet willen verliezen.
Hans Kevenaar
thissen
Volumenormen worden in het leven geroepen omdat in de praktijk is gebleken dat wanneer een bepaalde ingewikkelde ingreep relatief weinig wordt gedaan de kwaliteit van die ingreep beduidend veel lager is dan in een ziekenhuis waar veel van dit soort ingrepen wordt gedaan. Het is dus in het belang van de patiënt om volume normen te stellen. Meer operaties gaan goed met minder complicaties. Dat moet leiden tot concentratie van ingewikkelde ingrepen in minder ziekenhuizen. De patiënt zal hiervoor wat verder moeten en willen reizen. Bij eenvoudigere ingrepen speelt dit niet. Dezen kunnen ook in kleinere ziekenhuizen blijven plaatsvinden. Dichtbij dus. Ik zie het probleem hiervan niet. Een patiënt die een ingewikkelde ingreep nodig heeft wil toch immers dat dit goed (zo goed mogelijk) gebeurt? Een zeker ongemak (wat verder reizen) hoort daar gewoon bij lijkt mij.
Dat in wetenschappelijke verenigingen alleen of voornamelijk hoogleraren zitten is onjuist. Alle medisch specialisten (ook uit kleinere ziekenhuizen) zijn hiervan lid. Bij normen over aantallen gaat het dus primair over kwaliteit van zorg. De beroepsgroep (specialisme) ‘in volle breedte’ moet daarover normen vaststellen.
Frank Conijn
Prima dat er volumenormen gesteld worden voor bepaalde behandelingen. Zolang er maar naar norm per behandelaar i.p.v. per ziekenhuis wordt gekeken. Want daar gaat het natuurlijk primair om. Anders kan het een zinloze, zelfs misleidende exercitie zijn.