Uitgebreide vangnetten voor instellingen zijn niet nodig. Dat stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in het Implementatieplan prestatiebekostiging GGZ dat de NZa op verzoek van de minister van VWS heeft opgesteld.
Geen vangnet
De NZa kiest ervoor om geen apart vangnet op te tuigen voor de overgang, hoewel de overgang financiële problemen kan opleveren voor een beperkte groep instellingen. Wel stelt zij voor om vanaf 2013 vrijere tarieven in te voeren, door middel van bandbreedtetarieven. “Dit geeft ruimte om de kosten van zorgzwaarte bij een behandeling tot uitdrukking te brengen in de tarieven. De bandbreedte reikt zowel boven als onder het maximumtarief”, aldus de NZa.
Rol zorgverzekeraar
Voor zorgverzekeraars is ook een rol weggelegd. Zij zouden met productieafspraken de kosten moeten bewaken bij de overgang naar prestatiebekostiging in de GGZ. Zij doen dit nu al op deze manier bij de gebudgetteerde instellingen. Om zorgverzekeraars daartoe te prikkelen moet de ex post verevening per 2013 worden afgebouwd, stelt de NZa. Zo krijgen de zorgverzekeraars nog meer de verantwoordelijkheid om hun rol in de uitgavenbeheersing op te pakken.
Bandbreedtetarieven
In het stappenplan om tot prestatiebekostiging in de GGZ te komen, stelt de NZa verder bandbreedtetarieven voor om rekening te houden met onder andere zorgzwaarte.
Prestatiebekostiging
De minister wil vanaf 2013 voor de instellingen in de tweedelijns curatieve GGZ overgaan naar een systeem van prestatiebekostiging. Zorgaanbieders gaan hun zorg dan volledig bekostigen met behulp van DBC’s, de ‘oude’ budgetsystematiek vervalt.
De minister besluit mede op basis van het stappenplan van de NZa hoe prestatiebekostiging wordt ingevoerd. Naar verwachting stuurt zij begin 2012 een aanwijzing aan de NZa om definitief een besluit te nemen over de invoering.