Beeld: Creativ Studio Heinemann/imageBROKER/picture alliance
“Werken aan integrale zorg voor ouderen is niet meer vrijblijvend maar moet via regelgeving een verplichtende opdracht in de regio’s worden.” Dat schrijft de NZa in een advies aan VWS. Minister Helder volgt het advies, omdat dit overeenkomt met wat zij toch al van plan was.
Integrale ouderenzorg
Via regelgeving wordt integrale zorg aan thuiswonende ouderen een verplichtende opdracht voor zorgaanbieders in de regio’s. De NZa wil samenwerking tussen zorgaanbieders uit verschillende domeinen aanvullend financieren en denkt daarbij aan een ‘brede betaaltitel met een sectoroverstijgende werking’.
Kwetsbare groepen
De noodzakelijke samenwerking rond kwetsbare groepen komt nu onvoldoende tot stand. Volgens de NZa komt dat doordat de bekostiging te verzuild is en de verantwoordelijkheid voor samenhang van zorg in de regio en in de wijk niet duidelijk is belegd. Met een sterkere, multidisciplinaire ondersteuningsstructuur is de verscheidenheid aan zorgtrajecten verder te stroomlijnen, zo stelt de NZa. Daarop moet de minister landelijk sterker gaan sturen.
Betaaltitel
De verplichting en de betaaltitel zullen consequenties hebben voor de bestaande indeling van macrobudgettaire kaders, macrobeheersinstrumenten, aanspraken, eigen risico van de patiënt, mededinging, bekostiging en inkoop. Hoe precies, daar laat de NZa zich nog niet over uit. Wat de NZa schrijft in het advies is een tussenoplossing. Vanwege de grote verscheidenheid aan zorgprogramma’s en zorgtrajecten, is integrale bekostiging op korte termijn nog niet haalbaar.
Aanvullende financiering
Deze tussenoplossing houdt in dat zorgaanbieders die zich verbinden aan een regionaal zorgprogramma, via de Zorgverzekeringswet aanvullende bekostiging kunnen krijgen voor afstemming en coördinatie, bij voorkeur op basis van lumpsum-financiering en niet gebonden aan individuele patiëntcontacten. De betaaltitel is op meerdere manieren uit te werken. Bijvoorbeeld met een uniforme prestatie voor multidisciplinair overleg of met een uniforme prestatie voor alle coördinatie en afstemming voor de gehele populatie.
Huisartsenkader
Volgens de NZa moet de overheid de investeringen die met het advies gepaard gaan, daadwerkelijk bestemmen voor multidisciplinaire ondersteuning. Op dit moment worden samenwerkingsverbanden in de eerste lijn namelijk vooral vanuit segment 2 van de bekostiging voor huisartsenzorg gefinancierd. Dat moet dus anders: kosten voor multidisciplinaire samenwerking zouden moeten landen in een multidisciplinair kader. Dit heeft waarschijnlijk implicaties voor de huidige sectoraal ingerichte macrobeheersinstrumenten.
De NZa adviseert om voort te bouwen op bestaande regionale en lokale organisatiekracht. Gefragmenteerde vormen van coördinatie kunnen op termijn worden gebundeld. Te denken valt aan coördinatiecentra eerstelijnsverblijf, regionale achterstandsfondsen, organisatie en beschikbaarheid van onplanbare ANW-zorg, herkenbare en aanspreekbare wijkverpleging.
Budgettaire kaders
De NZa heeft naar eigen zeggen nog geen concrete inschatting van meerkosten die dit advies met zich mee gaat brengen. Binnen het IZA is financiële ruimte beschikbaar voor versterking van de organisatiegraad van de eerste lijn. Veel van het NZa-voorstel heeft hierop betrekking. Voor de vergoeding van individuele aanbieders voor hun aandeel in de uitrol van regionale zorgprogramma’s zal in eerste instantie een aanvullende investering nodig zijn, zo denkt de NZa. Daar kunnen de transformatiegelden in het IZA voor dienen.
Peter Koopman
First things first: de Langdurige zorg en ziekenhuiszorg kennen een acuut probleem: bekostiging van een vervangende CAO. Dat geldt mogelijk ook voor andere gewenste, maar niet acute beleidswijzigingen ( IZA uitwerking en uitvoering ) enz. Toch?