Rechnungen mit Taschenrechner, invoices with a pocket-calculator Autoflotte, 2012, 11, News Publikationsname / Publikationsnummer / E-Tag TT.MM.JJJJ (optional) 12084_009_001 AuM 01/2015
Ggz-aanbieders, verzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zijn het eens over een oplossing voor de problemen met jaarrekeningen in de ggz. De NZa verruimt de regelgeving voor bepaalde vergoedingen, áls verzekeraars en zorgaanbieders onderling afspraken willen maken om problematische jaarrekeningen af te sluiten.
De NZa verruimt de regels op twee vlakken die bij veel ggz-instellingen grote financiële problemen dreigden te veroorzaken. Een daarvan is de zogeheten ‘directe tijd hoofdbehandelaar’. De NZa voerde in 2013 de regel in dat de hoofdbehandelaar bij een zorginstelling iedere cliënt gezien moest hebben. Voor veel organisaties kwam die regel te laat, zij konden zich niet snel genoeg aanpassen.
Deze regel is nu zo gewijzigd dat een in 2013 geopende DBC in rekening kan worden gebracht en kan worden vergoed, zonder dat de hoofdbehandelaar de cliënt heeft gezien. Dit geldt echter alleen in gevallen waarin zorgaanbieder en zorgverzekeraar dat uitdrukkelijk overeenkomen, zo laat een woordvoerder van de NZa weten.
Verblijfsdagen
Aanbieders en verzekeraars ruziën ook over het gebruik van de ‘zware’ verblijfsdagen E, F en G. Om deze codering in te mogen zetten bij het declareren moet de patiënt gedurende de hele behandeling in de kliniek verblijven. Dit zorgde met name in de jeugd-ggz voor problemen, omdat in het weekend naar huis gaan juist als onderdeel van de behandeling wordt beschouwd.
Voor de lange termijn is hier nog geen oplossing voor gevonden, laat de NZa weten. Voor 2014 en verder gaan NZa, aanbieders en verzekeraars op korte termijn met elkaar in gesprek. Voor 2013 heeft de NZa de prestatiebeschrijving van de verblijfsprestaties E, F en G aangepast. “Hiermee maken we duidelijk dat afwezigheid van de patiënt op zichzelf nog niet leidt tot een lagere categorie verblijfsdagen. Dit gebeurt door het toevoegen van het woordje ‘doorgaans’ in de regelgeving.”
Hoopvol
De discussie over de jaarrekeningen in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) loopt al jaren. Zorgverzekeraars verwijten zorginstellingen ondoorzichtigheid, zorgaanbieders verwijten verzekeraars dat ze de regels van de NZa te streng interpreteren.
Dit heeft er toe geleid dat een tiental ggz-organisaties de jaarrekening van 2014 nog altijd niet goedgekeurd heeft gekregen. Ook bij de ggz-instellingen die wel gedeponeerd hebben, en hun controlerend verzekeraars, leven soms nog vragen over de regelgeving 2013.
Uiteindelijk heeft minister Schippers de NZa gevraagd om het voortouw te nemen om er met de partijen uit de komen. In november 2015 zijn VWS, NZa, GGZ Nederland, Zorgverzekeraars Nederland, ZiNL en de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants met elkaar om de tafel gegaan.
De NZa “heeft goede hoop” dat zorgaanbieders en zorgverzekeraar ook voor de laatste, nog niet afgewikkelde jaarrekeningen een oplossing zullen vinden, aldus de woordvoerder.
Zorgfinancials
HEAD, de vereniging van financials in de zorg, is blij met de door de NZa gepresenteerde maatregelen. “De circulaire biedt ruimte, maar nog niet op alle punten de oplossing”, laat de vereniging weten. “De HEAD hoopt op constructieve overleggen tussen zorgaanbieders en verzekeraars zodat spoedig de financiële afronding van de definitieve omzet over 2013 kan plaatsvinden. Voor de afhandeling van de volgende jaren is een voortijdige verkenning van haalbare controles welkom. De administratieve lasten kunnen hierdoor worden beperkt.”