De toegang tot acute zorg is op dit moment nog voldoende, maar de druk op ambulancediensten, spoedeisende hulp (seh) en huisartsenposten (hap) neemt toe. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) doet na onderzoek verschillende aanbevelingen om acute zorg efficiënter en effectiever in te zetten.
Wanneer het druk is op de spoedeisende hulp zijn er nu nog voldoende uitwijkmogelijkheden bij andere ziekenhuizen of instellingen in de omgeving, schrijft de NZa in haar marktscan van de acute zorg. Hoewel dit per regio verschilt, neemt de druk op de acute zorg wel toe, met name op doordeweekse middagen.
De druk neemt toe bij alle schakels in de acute zorg. De hap en de seh zien steeds meer patiënten, maar ook het ambulance vervoer neemt toe. Ter illustratie: in 2016 voerden ambulances 16,9 procent meer ritten uit dan in 2013.
24/7 huisartsenzorg
De zorgautoriteit ziet verschillende oorzaken voor de toegenomen drukte. Er zijn interne factoren, zoals gebrekkige afstemming tussen schakels die leidt tot domino-effecten. “Patiënten met acute zorgvragen komen daardoor niet automatisch terecht bij de juiste schakel in de acute zorg”, schrijft de NZa.
De uitstroom van ziekenhuispatiënten gaat vervolgens moeizaam door een gebrek aan informatie over de capaciteit van vervolgzorg , slechte afstemming om die te krijgen en ingewikkelde procedures. Volgens zorgverleners is de uitwisseling van patiëntgegevens een knelpunt. Registraties sluiten niet op elkaar aan en dit belemmert verdere zorgverlening.
Er zijn ook externe factoren die een rol spelen. “Zo bezoeken steeds meer thuiswonende ouderen de seh en de hap en zeggen huisartsen dat mensen de hap als alternatief voor de huisarts overdag gebruiken”, aldus de NZa. “Mogelijk rekenen patiënten steeds meer op een 24/7 beschikbaarheid van huisartsenzorg.”
Substitutie
De NZa doet verschillende aanbevelingen om de zorg effectiever en efficiënter te organiseren. Het is met name zaak om de druk op het acute zorgnetwerk gelijkmatiger verdelen, stelt de zorgautoriteit. “We zien dat goede samenwerking tussen ziekenhuizen en huisartsen leidt tot het verplaatsen van lichte spoedzorg naar de hap. Dit biedt ruimte voor de meer complexe zorg op de seh. Deze substitutie kan de kosten van de zorg en de druk op de spoedeisende hulp verlagen.”
Verder benadrukt de zorgwaakhond dat zorgverleners voldoende kennis moeten hebben over oudere patiënten met een complexe problematiek. Zij moeten ook op de hoogte zijn over de mogelijkheden voor vervolgzorg voor ouderen na de acute zorgfase.
Samenwerking
Er is tot slot nog veel verbetering mogelijk in de samenwerking tussen de verschillende zorgonderdelen. “Huisartsen, ambulancediensten en ziekenhuizen zijn aan zet om de samenwerking in de eigen regio te verbeteren. Zorgverzekeraars moeten actief de samenwerking aangaan met het Regionaal Overleg Acute Zorg om de informatievoorziening over de acute zorg te verbeteren”, aldus de NZa.
De NZa gaat samen met de betrokken partijen bezien hoe de bekostiging van de acute zorg daarvoor aangepast kan worden.