Het lukt zorgkantoren om acute knelpunten in de medisch-generalistische zorg te signaleren en te helpen oplossen, oordeelt de NZa. Maar zorgkantoren moeten ervoor zorgen dat mensen met een indicatie voor zorg uit de Wet langdurige zorg (Wlz) tijdig toegang hebben tot integrale en passende zorg. Omdat medisch-generalistische zorg (mgz) zowel onder de Wlz als onder de Zvw kan vallen, is samenwerking met zorgverzekeraars nodig om deze zorgplicht uit te voeren.
Structureel goed borgen
“Wij zien dat de vergrijzing van de samenleving en de druk op zorgverleners het bemoeilijken om deze zorg structureel goed te borgen, voor nu en in de toekomst”, schrijft de NZa. “Wij hebben zorgkantoren individuele aanbevelingen gedaan die hieraan moeten bijdragen.”
De NZa merkt op dat zorgkantoren niet beschikken over een goede regioanalyse van de mgz die Wlz-cliënten nu en in de toekomst nodig hebben. Ook moeten ze de risico’s voor de beschikbaarheid van mgz “systematisch in kaart brengen”. Daardoor kunnen ze beter op problemen anticiperen en nieuwe knelpunten helpen voorkomen, verwacht de zorgautoriteit.
De NZa wijst erop dat die regioanalyse domeinoverstijgend moet zijn; het moet een basis vormen voor initiatieven en afspraken over samenwerking, taakherschikking en innovatie om mgz te faciliteren en te borgen.
Essentieel voor huisartsen
De NZa ziet dat zorgkantoren zich actief opstellen om de samenwerking tussen Wlz-zorgaanbieders en mgz-professionals te bevorderen. Voor huisartsen is het essentieel dat zij weten op welke manier een specialist ouderengeneeskunde of arts verstandelijk gehandicapten hen kan ondersteunen, vindt de NZa: “Wij adviseren zorgkantoren met zorgverzekeraars na te gaan of huisartsen in de regio op de hoogte zijn van de mogelijkheden die de huidige bekostiging biedt om samen te werken met een specialist ouderengeneeskunde of arts verstandelijk gehandicapten.”