De officier van justitie bij de rechtbank in Almelo heeft een boete van 25.000 euro geëist tegen de Stichting Vrijwillig Leven. De boete is voor de helft voorwaardelijk. De stichting zou zich volgens het Openbaar Ministerie (OM) boven de wet hebben gesteld en onzorgvuldig hebben gehandeld bij de hulp bij zelfdoding van een 80-jarige vrouw in november 2007.
Verpleeghuis weigert hulp bij zelfdoding
In Nederland is het de eerste keer dat een organisatie die zich sterk maakt voor hulp bij zelfdoding voor de rechter moet verschijnen. Bij de begeleiding van de familie en de zelfdoding door de vrouw trad destijds de voorzitter van de Stichting Vrijwillig Leven, Gerard S., op als hulpverlener. Het verpleeghuis in Almelo heeft niet meegewerkt aan het verzoek van de Parkinson-patiënte een eind aan haar leven te maken. Volgens de verpleeghuisarts was er geen sprake van ondraaglijk lijden of een uitzichtloze situatie. S. heeft het gezin het dodelijke middel pentobarbital gegeven, waarna de drie kinderen van de vrouw elk een gedeelte in een beker hadden leeggegoten. Een zoon heeft de beker vervolgens aan zijn moeder gegeven in het bijzijn van S.
Stichting negeert regels en wetgeving
Het OM vindt dat de stichting zowel haar eigen regels als de wet aan haar laars heeft gelapt en acht de stichting strafrechtelijk aansprakelijk. Volgens het OM wist het bestuur wat er gaande was en had het S. moeten aanspreken. Advocaat J. Boksem van de stichting is van mening dat S. als vrijwilliger zelfstandig heeft handeld zonder dat het bestuur daarvan op de hoogte was. Verder is de dagvaarding volgens Boksem zo ingewikkeld en algemeen dat er geen duidelijke aanklacht uit te destilleren valt.
Aanklacht tegen voorzitter
Woensdag is in deze zaak voorzitter S. voor de rechter verschenen. Tegen hem is een jaar celstraf, waarvan een jaar voorwaardelijk, en een proeftijd van twee jaar geëist. Het OM wil daarnaast dat S. de komende twee jaar niet actief is bij de organisatie. Het OM verwijt S. een “actieve, regiserende rol” bij de zelfdoding. De advocaat van S. vindt het OM niet-onvankelijk omdat het OM dan ook de kinderen van de vrouw zou moeten vervolgen. S. zat volgens de advocaat gevangen tussen een wettelijke en morele plicht. Daarom zou hij hooguit een taakstraf opgelegd moeten krijgen. De uitspraak is op 29 mei.(ANP)