Anderhalf jaar cel waarvan zes maanden voorwaardelijk, dat is de straf die de officier van justitie op 5 juni voor de rechtbank in Den Haag eiste tegen een 28-jarige Delftse. Als thuiszorgmedewerkster bestal ze herhaaldelijk kwetsbare mensen die zij geacht werd te helpen, aldus het OM.
Tussen november 2017 en juni 2018 was de Delftse in dienst bij maar liefst vijf verschillende thuiszorginstellingen in Den Haag, Gouda en Rotterdam. En telkens werd zij daar ontslagen nadat kort na haar aantreden meldingen van diefstal binnenkwamen.
Na de zoveelste melding zette de politie op 7 juni 2018 een lokwoning in die voorzien was van camera’s. Op de camerabeelden was te zien hoe de vrouw al binnen vier minuten geld pakte uit een portemonnee in de woonkamer. Hierna werd ze op heterdaad aangehouden.
Vervalste VOG
Geconfronteerd met de camerabeelden bekende de Delftse de diefstal. De andere gevallen ontkende zij echter, maar volgens de officier van justitie zijn tenminste acht diefstallen bewijsbaar. Daar komt nog bij dat de vrouw sinds haar aanhouding een nieuw strafbaar feit heeft begaan. Toen haar voorarrest was opgeheven, deed ze een vergeefse poging om weer als thuiszorgmedewerkster aan de slag te gaan. Daartoe heeft zij afgelopen november een vervalste Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verstrekt aan een thuiszorgorganisatie.
Schadevergoeding
Naast een eis van achttien maanden cel vroeg de officier om een schadevergoeding aan de slachtoffers van 2.600 euro. Verder mag zij van het OM drie jaar lang niet als thuiszorgmedewerkster aan de slag. Doet zij dat toch, dan moet zij alsnog zes maanden de cel in.