Bijna de helft van de patiënten in de hoogste inkomensgroep, 43 procent, functioneert beter in het dagelijks leven na de eerste reeks behandelingen. Bij de minder welvarenden is dat maar ruim een kwart, 26 procent. Het onderzoek maakt de oorzaken niet duidelijk.
Minder gunstige thuisomgeving
“Je kunt je voorstellen dat mensen met een laag inkomen de behandeladviezen minder goed volgen, een minder gunstige thuisomgeving hebben voor herstel of minder goed om de juiste hulp kunnen vragen. Er kan ook een mismatch zijn tussen de professional in de geestelijke gezondheidszorg en de patiënt in bepaalde kwetsbare groepen met een laag inkomen, wat de resultaten van de behandeling belemmert”, oppert leider van het onderzoek Francisca Vargas Lopes.
De wetenschappers analyseerden gepseudonimiseerde gegevens van alle ruim 950.000 Nederlanders die tussen 2011 en 2016 hun eerste behandeling begonnen bij de gespecialiseerde ggz. Die werden gekoppeld aan gegevens over hun inkomen afkomstig van de Belastingdienst.
Internationaal
“We wisten uit internationaal onderzoek dat mensen met een lager inkomen minder toegang hebben tot specialistische geestelijke gezondheidszorg”, aldus Vargas Lopes. Ze zullen door hun extra problemen over het algemeen weliswaar meer zorg gebruiken, maar toch niet alle toegang hebben tot de zorg die ze nodig hebben. Het hangt trouwens wel enigszins af van het land waarin de zorgvrager en – verlener woont, vertelt ze. Met landen als Denemarken en Nederland is het waarschijnlijk wel beter gesteld dan bijvoorbeeld met de Verenigde Staten. (ANP)