Dat stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in een eerste evaluatierapport over de coronacrisis in de eerste zes maanden van de pandemie. De raad concludeert dat het kabinet de effectiviteit van de crisisaanpak had kunnen verbeteren door meer en verder vooruit te kijken en zich breder te laten adviseren dan alleen over de effecten van het virus op de acute zorg.
De geluiden vanuit de verpleeghuizen kwamen onvoldoende door, concludeert de Onderzoeksraad: “De gevolgen waren ernstig. Zo waren in het begin de beschermingsmiddelen vooral voor ziekenhuizen en de acute zorg beschikbaar en niet voor verpleeghuizen. Toen de ernst van de situatie in verpleeghuizen duidelijk werd, stelde het kabinet op verzoek van de verpleeghuissector, een bezoekverbod in. Dit had een grote sociale en psychische impact.”
Hoesten van dichtbij
De OVV noemt met name de zorg voor bewoners met dementie. “Ze blijven niet op hun plek, grijpen je vast en hoesten je van dichtbij vol in je gezicht”, aldus een verpleegkundige tegen de Onderzoeksraad. De behoefte aan bescherming is dus juist groot in verpleeghuizen, stelt de raad. Maar doordat het testen van bewoners en personeel beperkt mogelijk is, is het zicht op de verspreiding beperkt. Zodra twee bewoners op een afdeling positief getest zijn, wordt de rest van de afdeling als positief beschouwd: “Hierdoor is er sprake van ongetest cohorteren van niet-(met-zekerheid-)besmette bewoners, met een groter risico op besmetting voor hen als gevolg.”
Bewoners voelen zich onveilig
“Daarnaast laten de uitgangspunten voor testbeleid en inzet zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis volgens de LCI-richtlijn toe dat zorgpersoneel met (lichte) klachten ongetest doorwerkt als dat noodzakelijk is voor de zorgcontinuïteit. Diverse medewerkers geven aan dat zij zich onveilig hebben gevoeld, maar ook bang waren voor de veiligheid van hun omgeving en de bewoners aan wie zij zorg leveren.”
Gezien de risico’s van besmetting voor de kwetsbare populatie en schaarste aan beschermingsmiddelen, vinden de onderzoekers het begrijpelijk dat de sluiting van verpleeghuizen voor bezoek – op verzoek van de sector – is doorgevoerd. Echter, uit bijna alle interviews met bestuurders, teamleiders, verplegenden, verzorgenden, specialisten ouderengeneeskunde, naasten of bewoners, blijkt dat zij het op één punt eens zijn: “De landelijke sluiting van verpleeghuizen voor bezoek mag in de toekomst nooit meer voorkomen”.
Nederland kwetsbaar
De coronacrisis kon zo hard toeslaan, aldus voorzitter Jeroen Dijsselbloem van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, “omdat Nederland kwetsbaar was door de manier waarop de overheid de zorg en crisisstructuur heeft ingericht: deze bleek niet toereikend voor de aard en omvang van de crisis.”
De overheid had “beperkt zicht op de gevolgen voor de niet-acute zorg”, aldus het rapport. De gevolgen voor personeel en bewoners van de verpleeghuizen is “onvoldoende meegewogen in de besluitvorming. Het kabinet stelde zich ten doel de kwetsbaren in de samenleving te beschermen maar keek daarbij vooral naar de coronapatiënten in de ziekenhuizen.”
Hard gewerkt
Uit de gesprekken die de Onderzoeksraad voerde, blijkt dat de betrokkenen in alle sectoren hard werkten. Terwijl deze mensen in hun privéleven óók te maken hadden met de gevolgen van de crisis en de genomen maatregelen. Ondanks de enorme veerkracht die de Onderzoeksraad gezien heeft, is het voor het kabinet noodzakelijk lessen te leren voor de toekomst uit de eerste periode van de coronacrisis.
Scenario’s verder ontwikkelen
Zo adviseert de OVV onder meer om de crisisvoorbereiding binnen de overheid te versterken door scenario’s verder te ontwikkelen en de vaardigheid te ontwikkelen om te kunnen improviseren. “Zorg ook voor een goed actueel crisisbeeld en zicht op het effect van maatregelen. Houd kwetsbare groepen in het oog en bewaak dat de aanpak voor hen effectief is.”
Tweede en derde deelrapport
Het OVV komt rond de zomer met een tweede deelrapport. Dat betreft de periode september 2020 tot juli 2021. Daarin ligt het accent op de aanpak van de coronacrisis en hoe de uitdagingen en opgaven zoals benoemd in dit eerste deelrapport zich daar gemanifesteerd hebben. Een derde deelrapport gaat in op hoe de coronacrisis zich in de periode erna ontvouwde en hoe ermee is omgegaan.