De nieuwe Wvggz, die dit jaar van kracht is geworden, moet het mogelijk maken verplichte zorg op maat te leveren. Dit betekent onder meer dat het toedienen van verplichte medicatie of het uitoefenen van toezicht – anders dan onder de oude wet Bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) – voortaan ook poliklinisch of bij iemand thuis mogelijk is. De wet wil zo zorgverleners meer armslag geven. Bovendien geeft de wet de mensen die verplicht worden behandeld en hun familie meer inspraak.
Stroperig
Zo helder als deze uitgangspunten zijn, zo moeizaam verloopt de invoering van de nieuwe wet, zo blijkt uit het Gateway Reviewrapport Programma Wvggz, meer in het bijzonder de bijhorende voorzieningen om gestructureerd en veilig digitaal informatie uit te kunnen wisselen. “De voortgang gaat nog te langzaam en er zijn nog te veel onzekerheden”, constateren de reviewers. “Met name de ‘stroperigheid’ van de overlegstructuur, de trage besluitvorming en de onduidelijkheid over planningen en resultaten worden als een hindernis ervaren.”
Paralelle werelden
Illustratief in dit verband is het feit dat rond de invoering veertien verschillende overleggen worden gevoerd. Deelnemers aan deze overleggen zijn onder meer de ministeries van VWS en Justitie & Veiligheid, IGJ, het Openbaar Ministerie, politie, gemeenten en beroeps-, branche- en patiëntenorganisaties uit de ggz. Niet alleen kennen deze overleggen ‘ieder hun eigen agenda en werkwijze’, ook spreken deelnemers elkaars taal niet. Er is zelfs sprake van ‘parallelle werelden’.
“Over de hele linie zijn er veel overleggen met elk veel deelnemers”, aldus de reviewcommissie. “Het is voor velen niet duidelijk welk onderwerp nu in welk overleg thuishoort, hoe de besluitvorming plaatsvindt, waar nu welk besluit plaatsvindt en wat de escalatieroute is. […] Signalen van het ene gremium komen in onvoldoende mate of geheel niet terecht in het volgende gremium.”
Suboptimale keuzes
Verkeerde poppetjes op de verkeerde plaats versterken dit probleem van gebrekkige communicatie. “In menig overleg zitten deelnemers die niet bij uitstek verstand hebben van de onderwerpen die daar ter tafel komen. Hier loert het risico van suboptimale keuzes, onderbenutting van expertises en kans op rework achteraf.”
Het beeld dat bij de reviewgroep beklijft, is dan ook dat van “een overlegstructuur waarin allerlei bestuurlijke, organisatorische en technische onderwerpen in allerlei overleggen op allerlei niveaus aan de orde komen, waarin weinig thematische ordening zit en die vooral politiek/bestuurlijk lijkt ingegeven (iedereen moet over alles kunnen meepraten).” Tegenover de reviewgroep “verzuchten” geïnterviewden hoe “ondoorzichtig, inefficiënt en tijdrovend” dit alles is.
Relevante kennis
Een van de grote struikelblokken is de invoering van een ondersteunend IT-systeem, terwijl dit volgens alle partijen cruciaal is voor het welslagen van de Wvggz. Maar juist op dit punt komen alle manco’s samen. “ICT-vraagstukken liggen vaak ter besluitvorming voor aan mensen die onvoldoende relevante kennis hebben om daar een goed oordeel over te vormen”, aldus de reviewcommissie. Beproefde leveranciers worden niet of onvoldoende gehoord. Zo kunnen inhoudelijk technische discussies worden gedomineerd door andere dan technische overwegingen, met opnieuw het gevaar van “suboptimale keuzes, onderbenutting van expertises en kans op rework achteraf”.
Weerslag
Op grond van dit alles betwijfelt de reviewgroep of de implementatie voor 1 januari 2021 in kannen en kruiken is. Die twijfel wordt mede gevoed door de wetenschap dat de politiek nog via reparatievoorstellen aan de wet sleutelt. “Te verwachten aanpassingen van de wet zullen ook weer hun weerslag hebben op de inrichting van de ICT- en informatievoorzieningen”, aldus de commissie.
Daarbij speelt nog een dilemma dat door de reviewgroep niet als zodanig wordt benoemd en dat betreft het feit dat zorg en justitie twee wezenlijk verschillende werelden zijn. Het beleidsmatige speelveld wordt verder gecompliceerd door de eerdere overheveling van zorgtaken naar de gemeenten.
Nieuw élan
Toch ziet de reviewcommissie “(zeker voorlopig) nog geen aanleiding om het Programma Wvggz stop te zetten”. Wel pleit de commissie onder de noemer “Herijk, herschik en herpak” voor een ferme doorstart, gekenmerkt door meer regie en minder overleg. Het reviewteam acht het van belang om geen energie te blijven verliezen aan onvrede over de huidige gang van zaken, maar wil “juist nieuw élan in het programma brengen om de implementatie van de wet nu binnen afzienbare tijd voor elkaar te krijgen met een sterke regie op voortgang en aangepaste spelregels”.
Positief
In een reactie aan de Tweede Kamer schrijft staatssecretaris Blokhuis dat de review laat zien dat “stevige maatregelen nodig zijn om de implementatieopgave, met name op het gebied van de informatievoorziening, te kunnen realiseren”. Toch is hij positief gestemd over een doorstart, “juist ook omdat uit het rapport blijkt ook dat er grote motivatie is bij de ketenpartners om de resterende implementatieopgave samen tot een goed einde te brengen”.