De politiek heeft vergaande plannen om de wijkverpleegkundige in oude luister te herstellen. Dat ze terug moet, lijkt duidelijk. Maar over haar taken verschillen de meningen.
Besparingen
In het regeerakkoord staat dat er vanaf 2015 wordt geïnvesteerd in extra wijkverpleegkundigen met een bedrag dat oploopt tot minimaal 250 miljoen in 2017. Egbert van der Meer van adviesbureau BMC heeft hoge verwachtingen van de besparingen die hiermee te bereiken zijn, zo vertelt hij in Skipr magazine 12, die deze week verschijnt.
Onnodige doublures
Van der Meer deed onderzoek naar het project Zichtbare Schakel. Op basis van zijn bevindingen stelt hij dat de herintroductie van de wijkzuster goed is voor de staatskas. “Via het CIZ stromen veel mensen tegenwoordig rechtstreeks de productie in. Terwijl er wellicht goedkopere oplossingen in het eigen netwerk zijn. Ook zie je veel onnodige doublures van bijvoorbeeld GGZ en thuiszorg.” Een wijkverpleegkundige die indicaties mag stellen, kan zulke onnodige kosten voorkomen, verwacht Van der Meer. Zijn berekeningen komen uit op een besparing van achttienduizend euro per jaar per wijkzuster.
Poortwachter
Volgens Van der Meer moet de wijkverpleegkundige een echte poortwachter zijn. “Ze moet diagnoses kunnen stellen en doorverwijzen naar thuiszorg, mantelzorgers, de huisarts of andere zorgverleners. Ze werkt samen met alle zorgverlenende instellingen, tegelijk moet ze de regie over de zorg voeren. Waar nodig grijpt ze in, waarbij ze in een uiterste geval een indicatie kan intrekken.” Haar hoofdtaak is volgens Van der Meer indicatie en coördinatie, niet zorg.
Doel op zich
Directeur Jos de Blok van Buurtzorg Nederland is al jaren pleitbezorger van de wijkverpleegkundige. Maar het kweken van een speciale categorie indicerende wijkverpleegkundigen gaat volledig in tegen zijn filosofie. De Blok: “Als we doen wat BMC wil, wordt coördineren een doel op zich.” En daar zit de patiënt volgens hem niet op te wachten. “Wij vinden dat je voor hoogwaardige en efficiënte zorg juist schakels uit de keten moet halen. De patiënt wil continuïteit van een vertrouwde zorgverlener die alle aspecten van het vak beheerst.” Hij wil graag dat wijkverpleegkundigen ook gaan indiceren, naast hun zorgtaken. Die twee zijn volgens hem onlosmakelijk met elkaar verbonden.