Foto: Stijn Rademaker
De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland heeft overleg gevoerd met de minister over hun voorgenomen werkwijze voor de Wet Zorg en dwang. Hoewel zij het idee hebben dat de minister bereid is om ruimte te maken voor structurele administratieve lastenverlichting, heeft hij nog geen toezeggingen gedaan.
Geen overeenstemming
Afgelopen week werden er verschillende documenten gepubliceerd met betrekking tot de uitvoering van de Wzd per 1 januari 2020. Zo kwam de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) met een toetsingskader, minister Hugo de Jonge met een uitgebreide brief over de huidige stand van zaken en VWS met een factsheet ‘onvrijwillige zorg’. Vlak daarvoor publiceerden de VGN en ActiZ beide een eigen zienswijze op de uitvoering van de nieuwe wet. De documenten komen op diverse punten niet met elkaar overeen.
Eigen werkwijze
De VGN en ActiZ willen met hun eigen zienswijzen op de uitvoering van de Wet zorg en dwang (Wzd) uitvoering van de Wzd voor hun leden concretiseren en de administratieve lasten verminderen. Die extra lasten zouden volgens de gehandicaptensector zo’n 88 miljoen euro gaan bedragen. Om te voorkomen dat dit ten koste gaat van de zorg aan cliënten, hebben zowel de VGN als ActiZ besloten om bepaalde administratieve handelingen van de Wzd in 2020 niet uit te voeren. ‘We gaan de lastendruk niet opvoeren met overbodig werk’, zei Frank Bluiminck, directeur van de VGN eerder op Skipr.
Boodschap aan bestuur en leden
De VGN heeft nu afspraken gemaakt met VWS om begin volgend jaar over verschillende punten verder te praten, samen met de IGJ. Zolang er geen toezeggingen worden gedaan, houdt de VGN vast aan een ondertussen geactualiseerde werkwijze. Deze behelst 6 punten waarop de VGN de regelgeving anders interpreteert en naar eigen zeggen probeert betekenisloze stappen of registratie te vermijden.
Zo wil de VGN de rapportage en analyse aan de IGJ in plaats van twee keer, maar één keer per jaar uitvoeren en deze verbinden aan de Kwaliteitsanalyse. Daarnaast neemt de VGN slechts 9 verschillende vormen van onvrijwillige zorg als uitgangspunt om te registreren, in plaats van de 17 subcategorieën die later zijn toegevoegd. De VGN laat het aan de zorgaanbieders om desgewenst gedetailleerder te registreren.
Rechterlijke machtiging
Ook vindt de VGN het zinloos om mensen die met een rechterlijke machtiging (RM) gedwongen zijn opgenomen, ook nog eens door het stappenplan te laten gaan als zij de instelling willen verlaten. Bluiminck stelt dat het alleen maar ‘dubbelop’ is door middel van een stappenplan het besluit van een rechter te heroverwegen, wanneer deze heeft besloten dat een cliënt de voordeur niet zomaar mag uitlopen. Bluiminck vraagt zich af wat dit toevoegt aan de al bestaande regels van verlof, die speciaal zijn bedoeld voor situaties waarin cliënten de instelling willen verlaten . De minister is het hiermee nadrukkelijk niet eens. De VGN wil in een gesprek helder krijgen waar dat precies zit, aldus Bluiminck.
Toezegging
Eerder gaf de VGN ook al aan niet van plan te zijn om het stappenplan van de Wzd toe te passen bij vrijwillige zorg. In de wet is namelijk vastgelegd dat wanneer een vrijheidsbeperkende maatregel wordt genomen bij een wilsonbekwame cliënt, zonder verzet en mét toestemming van vertegenwoordiger en zorgverantwoordelijke, toch het stappenplan voor onvrijwillige zorg dient te worden doorlopen. Het gaat dan bijvoorbeeld om bedhekjes en ligprotheses, zorg die volgens Bluiminck in de praktijk juist bijdraagt aan goede zorg. Hierin is de minister de praktijk in de gehandicaptenzorg wel tegemoet gekomen, zo valt te lezen in de factsheet ‘onvrijwillige zorg’. De inspectie noemt dit nog wel in haar toetsingskader.
Rechtsbescherming
De minister is volgens Bluiminck wel bereid om in het overgangsjaar mee te denken over het vinden van praktisch werkbare oplossingen met betrekking tot lastenverlichting, zolang dat niet ten koste gaat van de rechtsbescherming. De voorgenomen werkwijze van de VGN gaat volgens Bluiminck niet ten koste van de rechtpositie van de cliënt. Ook zouden de kwaliteit en veiligheid van de zorg niet in gevaar komen. Integendeel, de tijd die verspild wordt met registratie, kan besteed worden aan aandacht voor het terugdringen van onvrijwillige zorg. Hij vindt dan ook dat de voorstellen van de VGN binnen de gestelde marge vallen die de minister voor het overgangsjaar stelt.
Bluiminck vindt het erg spijtig dat er zoveel tijd gaat zitten in de organisatorische en procesmatige kanten van de uitvoering van de wet. ‘Het gaat steeds minder om het doel van de wet en steeds meer om het voldoen aan eisen van zorgvuldigheid en registratie. Daarmee verdwijnt volgens hem het bieden van ‘goede zorg’ geheel naar de achtergrond. We zouden onze tijd juist moeten steken in het afbouwen van onvrijwillige zorg en daarmee terug moeten naar de bedoeling: wat is goede zorg voor mensen met een handicap?’, aldus Bluiminck.
martine
Na al die negatieve reactie wil ik melden dat ik blij ben met deze nieuwe wet.
Gezien dat de kwaliteit van de medewerkers in verband met schaarste achter uitholt,is het zeer belangrijk dat deze wet er komt ook al heeft dat weer consequenties voor administratie. Te vaak in het verleden werd de bewoner niet centraal gesteld maar het personeel en hun wensen. Met deze wet verhoog je de kwaliteit voor de bewoners ,zij hebben ook rechten in de GZ. De mens centraal en niet de medewerker die de uitvoering van zorg doet!