“Stilstand van het budget leidt tot stagnatie van de ontwikkeling van de huisartsenzorg,”constateert LHV-voorzitter Steven van Eijck. Hij zei dit nar aanleiding van de uitspraak van de rechter woensdag. De LHV had een kort geding aangespannen tegen de korting van 98 miljoen euro op de huisartsenzorg. De rechter acht de tariefverlagingen die de minister per 1 januari 2012 heeft opgelegd rechtsgeldig.
Minister heeft grote beleidsvrijheid
In zijn uitspraak stelde de rechter dat de minister een grote beleidsvrijheid heeft waarin door de rechter niet snel kan worden getreden. Ook heeft de minister de korting voldoende onderbouwd, vindt de rechter.
“De boodschap van de rechter is glashelder: huisartsen, blijf binnen je budget. Verdere groei is dus niet mogelijk”, aldus Van Eijck. Met deze uitspraak dreigen ook tariefkortingen in 2013 en 2014. De LHV zegt zich hiertegen te verzetten.
Knelpunt in systeem
Volgens de artsenvereniging legt de uitspraak een knelpunt bloot van de huidige financieringssystematiek. Van Eijck: “Zorgverzekeraars kunnen meer inkopen dan het budgettair kader toestaat. Als zij meer inkopen dan gebudgetteerd is, zijn het niet de verzekeraars zelf die daar last van hebben, maar krijgt de huisarts daarvan achteraf de rekening gepresenteerd in de vorm van tariefverlagingen. Door te korten op de tarieven wordt de kassabon voor Den Haag zodoende weer ‘kloppend’ gemaakt. Voor de beroepsgroep is daarom extra waakzaamheid geboden om binnen het budget te blijven. Méér werk leidt immers tot lagere tarieven”.
Toekomstige zorg
De LHV komt tot de conclusie dat zorg in de buurt zal stagneren omdat het budget voor de jaren 2012 en daarna onvoldoende is om de groei van de hoeveelheid werk op te kunnen vangen. De LHV heeft het ministerie van VWS voorgesteld om op korte termijn over de consequenties van deze uitspraak te overleggen.