Het HPV-virus komt vaker voor bij vrouwen van Nederlandse afkomst dan bij vrouwen die behoren tot etnische minderheden. Dat blijkt tegen de verwachting in uit onderzoek onder Amsterdamse vrouwen. Nederlandse onderzoekers rapporteren hierover in Sexually Transmitted Infections.
Het seksueel overdraagbare HPV-virus veroorzaakt baarmoederhalskanker. Uit eerder onderzoek bleek dat baarmoederhalskanker vaker voorkomt bij Nederlandse vrouwen die behoren tot etnische minderheden dan bij autochtone vrouwen. Om na te gaan welke factoren hiervoor mogelijk verantwoordelijk zijn, onderzochten Nienke Alberts van de GGD Amsterdam en collega’s de het voorkomen van HPV en seksueel risicogedrag bij verschillende groepen vrouwen, zo vat het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) samen.
Voor de studie werden 592 jonge geselecteerd. Deelnemers waren van Nederlandse afkomst en van Afrikaans-Surinaamse, Ghanese, Turkse, Marokkaanse of Javaans-Surinaamse afkomst. De prevalentie van hrHPV was het hoogst onder de Nederlandse vrouwen (40 procent) gevolgd door de vrouwen van Afrikaans-Surinaamse afkomst (32 procent), Turkse (29 procent), Ghanese (26 procent) en Javaans-Surinaamse vrouwen (18 procent).
De onderzoekers hadden niet verwacht dat HPV minder vaak zou voorkomen bij de groepen vrouwen met het hoogste risico op baarmoederhalskanker. Zij vermoeden dat het voorkomen van HPV onder de groep jonge vrouwen anders is dan bij de relatief oudere vrouwen uit het onderzoek naar baarmoederhalskanker. Ook een verschil in deelname aan HPV-screening heeft mogelijk invloed. De onderzoekers stellen dat verder onderzoek nodig is.