Het Nivel concludeert dat middelen als paracetamol 100 mg, vitamine D en calcium minder worden voorgeschreven door huisartsen sinds ze uit het basispakket zijn verdwenen. Dat was ook de bedoeling van de pakketwijziging. Veel mensen die deze middelen gebruikten kopen en betalen ze nu zelf, bijvoorbeeld bij de drogist of apotheek.
Maar een deel van hen krijgt ook een ander receptgeneesmiddel dat nog wel wordt vergoed. Volgens het Nivel hebben die vervangende pijnstillers, zoals opioïden een hoger risicoprofiel. En bij Vitamine D krijgen patiënten dit voorgeschreven in hogere doseringen die nog wel vergoed worden, maar ook aanmerkelijk duurder zijn. Voor calcium geldt dat meer combinatiepreparaten worden voorgeschreven
‘Gebrekkige communicatie’
Volgens het Nivel wordt die overstap naar een middel met een hogere dosering niet vaak begeleid door een gesprek tussen arts of apotheker en patiënt over het mogelijke gebruik van zelfzorgmiddelen.
Die substitutie en gebrekkige communicatie keurt de minister in een begeleidende Kamerbrief af. Van Rijn noemt beide ‘onwenselijk’. Samen met de brancheverenigingen wil het ministerie hier wat aan gaan doen, schrijft de minister aan de Tweede Kamer.
‘Gepast gebruik’
“De substitutie naar mogelijk onnodige of onjuiste geneesmiddelen zal ik tegengaan door het ingezette beleid op gepast gebruik voort te zetten. Daarnaast zal ik met beroepsgroepen, waaronder de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie(KNMP), patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars in gesprek gaan over de uitkomsten van deze Monitor, zowel over het substitutiegedrag als over de communicatie.