Begin niet aan een experiment om mondhygiënisten bepaalde handelingen van tandartsen te laten uitvoeren, voor er duidelijke afspraken zijn gemaakt over de kwaliteit van de zorg en de controle op de naleving van die afspraken. Dat is de strekking van een brief die Patiëntenfederatie Nederland aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De Tweede Kamer buigt zich binnenkort over een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) om een experiment met taakherschikking in de mondzorg mogelijk te maken. Als het aan minister Bruno Bruins van Medische Zorg ligt, mogen mondhygiënisten die een nieuwe, zwaardere opleiding hebben gevolgd, vanaf 2020 bij wijze van proef gedurende vijf jaar op eigen gezag boren, verdoven en foto’s maken. Ze zijn dan ook zelf eindverantwoordelijk en aansprakelijk. Door het experiment kunnen tandartsen zich richten op de moeilijkere behandelingen. Als de proef goed uitpakt, maakt Bruins de nieuwe bevoegdheid voor de mondhygiënist mogelijk definitief.
Regionaal
De Patiëntenfederatie zegt in de brief niet gelukkig te zijn met het voornemen het experiment gelijk voor vijf jaar in het hele land te beginnen. “We zijn van mening dat een beperkte regionale proef betere mogelijkheden biedt om randvoorwaarden goed te organiseren, te monitoren en waar nodig bij te sturen”, aldus Dianda Veldman, directeur van de patiëntenorganisatie.
De federatie vraagt de Tweede Kamer daarnaast bij de minister af te dwingen dat patiënten goed worden betrokken bij de kwaliteitsafspraken over de mondzorg en de controle op het experiment. “Het is belangrijk dat er, voordat met het experiment wordt gestart, eerst met betrokkenheid van patiënten, wordt vastgesteld wat kwaliteit is”, stelt de federatie. Ook vindt de Patiëntenfederatie dat voor patiënten duidelijk moet zijn wie welke behandeling mag verrichten en welke garanties patiënten hebben dat zij de juiste zorg op de juiste plaats krijgen. “Het is belangrijk dat patiënten heldere informatie hebben over de samenwerkingsafspraken, de kosten en kwaliteit van de mondzorg”, aldus Veldman.
Opschorten
Op de plannen van Bruins kwam al kritiek van meerdere kanten. Zo riep decaan Albert Feilzer van het Academisch Centrum Tandheelkunde in Amsterdam (ACTA) de Eerste en Tweede Kamer onlangs op het besluit om mondhygiënisten bepaalde tandheelkundige behandelingen te laten uitvoeren voorlopig op te schorten. Volgens Feilzer staat de maatregel goed overleg tussen het ministerie en beroepsorganisaties over de toegankelijkheid van mondzorg in de weg. In plaats van het experiment pleit de decaan voor de installatie van een brede commissie die zich buigt over het volledig spectrum van de problemen in de mondzorg, “en die op korte termijn een allesomvattende oplossing voorstelt die een toegankelijke en goede mondzorg voor werkelijk alle Nederlanders garandeert”.
Eerder noemde Wolter Brand, voorzitter van branchevereniging van tandartsen KNMT, het plan van Bruins “buitengewoon onverstandig en schadelijk voor de zorg aan de patiënt”. Volgens de brancheorganisatie komt door de beoogde taakherschikking de patiëntveiligheid en de doelmatigheid van de mondzorg in gevaar. De KNMT pleitte voor aanpassing van het experiment. Namelijk door de zelfstandige bevoegdheid van de mondhygiënist uitsluitend mogelijk te maken voor het toepassen van anesthesie en het maken van röntgenfoto’s.
Tekort
Ook de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) is tegen. “VWS sluit de ogen voor de echte problemen in de mondzorg: het door henzelf gecreëerde tekort aan tandartsen. Resultaat is een experiment waar geen patiënt in Nederland op zit te wachten: de borende mondhygiënist, die hiervoor niet is opgeleid”, aldus ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes.
De NVM is wel voorstander van de taakherschikking. “Wij zien in de aangepaste AMvB een instrument om mondhygiënisten efficiënter in te kunnen zetten en daarmee de bereikbaarheid van kwetsbare groepen voor mondzorg juist te vergroten”, aldus de brancheorganisatie. “Mondhygiënisten en tandartsen kunnen dan in gezamenlijkheid de uitdagingen binnen de mondzorg aanpakken ieder van uit zijn eigen deskundigheidsgebied. Een belangrijke ontwikkeling voor de zo noodzakelijke beweging om van curatie naar preventie te komen.”