Door e-health, ketenzorg en zelfmanagement gericht te combineren kan de zorg voor patiënten met hartfalen ruim een kwart goedkoper. Doordat patiënten minder vaak complicaties krijgen neemt dankzij deze aanpak bovendien het aantal verpleegdagen met meer dan de helft af (57 procent) evenals het aantal ziekenhuisopnames (52 procent).
Als de helft van alle hartfalenpatiënten in Nederlandse ziekenhuizen zou worden behandeld volgens de nieuwe methode, dan betekent dit een besparing van in totaal 80 miljoen euro. Eén en ander blijkt uit meerjarig praktijkonderzoek dat zorgverzekeraars Zilveren Kruis Achmea, VGZ en CZ, samen met Philips en zes ziekenhuizen hebben uitgevoerd.
Thuismeetapparatuur
Voor het onderzoek werden 175 hartfalenpatiënten gedurende vier jaar gevolgd. Zij kregen allemaal de beschikking over digitale thuismeetapparatuur. In plaats van eens per drie maanden in het ziekenhuis werden patiënten dagelijks op afstand gecontroleerd. Door vroegtijdig te signaleren konden zorgverleners proactief handelen, waar ze voorheen pas konden optreden na een verslechtering van de gezondheidstoestand.
Bovendien kon de zorg grotendeels in de eerste lijn worden aangeboden in plaats van in de dure tweede lijn, terwijl de dagelijkse aandacht, ondersteuning en levensstijladvisering door de patiënten als geruststellend werd ervaren.
Noodzaak
Gelet op de prominentere rol van de huisarts is de nieuwe werkwijze voor medisch specialisten een oefening in loslaten. Maar volgens Ramon van de Ven, projectdeelnemer en cardioloog in het St. Anna Ziekenhuis in Geldrop, zijn zorgoptimalisatie en innovatie pure noodzaak. “Als je kijkt naar de verwachte groei van het aantal patiënten met hartfalen, kunnen we met de huidige aanpak de kwaliteit van zorg nooit op peil houden. De groei van het aantal patiënten betekent ook dat er genoeg over blijven die medisch specialistische zorg nodig hebben. Bovendien krijgen medisch specialisten uiteindelijk meer ruimte voor werkelijk complexe zorg. Maar het belangrijkste is toch dat de patiënt centraal komt te staan. Dat is zeker bij chronische patiënten van belang die vaak kampen met meerdere aandoeningen. Met zo’n innovatief zorgmodel kunnen we ons als één zorgteam rondom de patiënt organiseren, dat is zowel kosteneffectief als goed voor de kwaliteit.”
Ondanks de spectaculaire uitkomsten en het enthousiasme bij de deelnemende partijen kent het project ook de nodige haken en ogen. Zo zijn er binnen de huidige financieringssystematiek nog niet altijd adequate betaaltitels. En dan is er de kwestie van substitutie. Binnen het hartfalenproject verhuist ziekenhuiszorg naar de eerste lijn, hetgeen inkomstenderving voor het ziekenhuis betekent.
Financiering
“De belangrijkste hinderpaal is het ontbreken van transmurale financiering” zegt bestuursvoorzitter Eric Janson van Zorggroep Leveste Middenveld. “Voorlopig is zoiets als het optimaliseren van de zorg bij hartfalen nog liefdewerk-oud papier. En daarbij is deelname voor een ziekenhuis in het huidige model eigenlijk buitengewoon dom, want je levert inkomsten in. Maar wij laten onze maatschappelijke functie prevaleren. Leveste Middenveld zit in een krimpregio, er is minder zorg nodig, dus wij zijn zakelijk bereid om de eigen organisatie kleiner te maken, zolang we maar de kwaliteit van zorg op peil houden. Zorgoptimalisatie is daar voor een uitstekend instrument. Maar als dat besparingen oplevert zie ik niet in waarom die volledig buiten mijn organisatie terecht zou moeten komen.”
Opblazen
Bestuurder Ab Klink van zorgverzekeraar VGZ onderkent de noodzaak van nieuwe vormen van financiering. “Zorginnovatie en innovatieve bekostiging moeten hand in hand gaan, het één kan niet zonder het ander. En waar contractering een belemmering is zijn de zorgverzekeraars aan zet. Dat betekent meer dan alleen er over praten. Om die reden nemen we de nieuwe aanpak van hartfalen absoluut mee in de contractering voor 2016.”
Dit neemt niet weg dat Klink met flinke reserve kijkt naar de vraag hoe eventuele baten van zorgoptimalisering verdeeld zouden kunnen worden. “In beginsel zou vooral de premiebetaler moeten profiteren van lagere kosten. De beloning voor aanbieders zou in eerste instantie moeten zijn dat ze een streepje voor hebben bij de contractering. Je zou ook kunnen denken aan een model van shared savings, maar waar ik beducht voor ben is dat we een situatie krijgen waarbij wegvallend zorgaanbod gelijk weer wordt opgevuld door bijvoorbeeld meer andersoortige patiënten te behandelen. Dan krijg je dubbele kosten en blaast innovatie zichzelf op.”
Toch denkt Klink dat het voorbeeld van de optimalisering van de zorg bij hartfalen in potentie grote impact kan hebben. “De technologie is er klaar voor, maar de manier waarop de zorg nu is georganiseerd en wordt gecontracteerd nog niet. Als we die barrières weten te tackelen is dit model waarschijnlijk goed kopieerbaar voor andere chronische aandoeningen als diabetes en COPD.” Daarbij is Klink uitgesproken positief over het feit dat bij de optimalisering van de hartfalenzorg zulke uiteenlopende partijen als een elektronica-concern, zorgverzekeraars en zorgaanbieders de handen ineen hebben geslagen voor een maatschappelijke opdracht.