Een proef van het Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) waarbij ouderen die onnodig op de Spoedeisende Hulp (SEH) binnenkomen, meteen worden doorgeleid naar een verpleeghuisbed is geslaagd. De werkwijze met het zogeheten Zorgtransferium wordt structureel.
Het ziekenhuis en vijf verpleeghuisorganisaties in de regio – Het Spectrum, Crabbehoff, Swinhove, Het Parkhuis en Rivas – hielden de pilot van september 2017 tot en met februari jongstleden. In die periode werden 69 oudere patiënten van de SEH aangemeld voor een directe uitplaatsing. Van deze 69 kon tweederde, namelijk 46 patiënten, volgens de nieuwe procedure meteen doorstromen naar een verpleeghuisbed. Dit betreft ouderen die niet in het ziekenhuis thuishoren, maar die tot september vorig jaar toch allemaal zouden zijn opgenomen omdat er geen alternatief was.
“Het gaat vaak om patiënten met verschillende problemen, bijvoorbeeld verwardheid en een problematische thuissituatie”, zegt Marije Lauwaars, medisch manager Geriatrie bij het ASz. Wanneer zo iemand ten val komt en naar het ziekenhuis wordt gebracht, maar niets gebroken blijkt te hebben, is de weg terug naar huis geen optie. Maar een medische reden voor een ziekenhuisopname is er ook niet.
Nadelig voor de patiënt
“Tot voor kort zou zo’n patiënt toch zijn opgenomen op de afdeling Klinische Geriatrie. Niet zelden lag hij of zij dan tien dagen in het ziekenhuis, voordat een plek in een verpleeghuis was gevonden en geregeld.” Een onnodige ziekenhuisopname is nadelig voor de patiënt, volgens het ASz, die van het liggen wachten “zelden beter en vaak wel slechter” wordt. Daarnaast wordt een bed bezet gehouden voor een patiënt die wel echt ziekenhuiszorg nodig heeft. Bovendien is een ziekenhuisbed veel duurder dan een verpleeghuisbed.
In de nieuwe werkwijze worden deze patiënten formeel niet in het ziekenhuis opgenomen, volgens Lauwaars. Tijdens kantooruren wordt meteen contact gelegd met het verpleeghuis om uitplaatsing te regelen, buiten kantooruren gaat de patiënt eerst naar het Zorgtransferium in het ziekenhuis. Dit zijn twee ‘bewaarbedden’ op de afdeling Observatorium. De volgende ochtend wordt de patiënt alsnog overgeplaatst naar een verpleeghuis.
Met het Zorgtransferium zorgen de betrokken zorgorganisaties “goed voor patiënten en hun mantelzorgers, door onnodige opnames te voorkomen”, aldus Lauwaars. “We besparen maatschappelijke kosten, bevorderen de doorstroming en hebben meer inzicht gekregen in processen die we mogelijk nog patiëntvriendelijker en efficiënter kunnen gaan inrichten.”
Knelpunt
De betrokken organisaties liepen tijdens de proef tegen een knelpunt aan. De meer complexe patiënten die al op de wachtlijst staan voor een verpleeghuisplaats in het kader van de Wet Langdurige Zorg (Wlz), mogen niet in een Eerstelijns Verblijf(ELV)-bed worden geplaatst. Daardoor moest een aantal patiënten toch in het ziekenhuis wachten tot er een Wlz-plek vrij was. De zorgorganisaties voeren overleg met de zorgverzekeraars over het opheffen van deze beperking.
“De 23 patiënten die we niet meteen konden uitplaatsen, hebben uiteindelijk samen 180 dagen onnodig in het ziekenhuis gelegen”, zegt manager Gezonde Bedrijfsvoering Jeroen Wien. “Dat levert hoge kosten op die de zorgverzekeraars nu moeten dragen. Overigens zijn de zorgverzekeraars, evenals de zorgkantoren en gemeenten, heel positief gestemd over onze proef. Zij willen onze werkwijze blijvend ondersteunen.”