Een looptraining met virtual reality helpt ouderen om minder te vallen. Het werkt ook beter dan een looptraining alleen. Dit schrijven onderzoekers van het Radboudumc samen met collega’s uit het buitenland in The Lancet.
De deelnemers aan het onderzoek van het Radboudumc liepen op een loopband waarbij een camera hun bewegingen registreerde. Deze koppelde de beelden via de computer aan een virtuele looproute op een scherm. Hierop zag de deelnemer schoenen, die hetzelfde bewogen als zijn of haar eigen voeten. Zo kon de proefpersoon op de loopband virtuele obstakels omzeilen en opdrachten uitvoeren.
Zes keer vallen in plaats van tien
Ongeveer 300 proefpersonen in de leeftijd van 60 tot 90 volgden de training, waarvan de helft met en de helft zonder virtual reality. Voor deelname aan het onderzoek vielen de deelnemers ongeveer tien keer per half jaar. Zes maanden na het onderzoek was dit bij de virtual reality groep teruggebracht tot zes keer. De groep die het zonder virtual reality moest doen, viel wel iets minder, maar dit verschil was niet significant lager dan voor de training.
De reden voor het grote succes van de virtual reality training onder parkinsonpatienten kan volgens de onderzoekers liggen in een aantal factoren. Zo vallen deze patiënten al vaak, waardoor er meer ruimte voor verbetering is. Daarnaast traint de virtual reality aanpak specifiek de cognitieve en motorische vaardigheden waar juist parkinsonpatiënten veel last van hebben.
Zorgkosten
Vallen is een veelvoorkomend probleem bij ouderen. Een derde van de 65-plussers valt minstens één keer per jaar. Naast dat vallen leidt tot lichamelijke schade, leidt het vaak tot verlies van onafhankelijkheid, sociaal isolement of ziekenhuisopnames. De geschatte kosten van valincidenten bedragen ongeveer 1 tot 2 procent van de totale zorgkosten.