Nog vorig jaar september regende het alarmerende berichten over de financiële staat van ouderenzorgorganisaties. Het leidde ertoe dat toenmalig demissionair minister Helder de bezuinigingsvoorstellen die kabinet Rutte-IV had ingeboekt, ‘in de ijskast’ zette.
Aanmerkelijk beter
Uit het onderzoek van Gupta (en eerder deze week ook van BDO) blijkt dat de sector het ondertussen aanmerkelijk beter doet dan de berichten van vorig jaar suggereerden. Alle financiële ratio’s – de omzet, het eigen vermogen, de solvabiliteit – zijn tussen 2019 en 2023 flink beter geworden terwijl de winstmarge herstelde van een post-coronadip. Er wordt door de 115 grootste ouderenzorgorganisaties (omzet 50 miljoen euro en hoger) ruimschoots voldaan aan de eisen van de banken voor kredietverlening. Degelijk is het verhaal. Heel anders dan de alarmerende berichten van vorig jaar deden vermoeden.
Toch is er volgens de consultants van Gupta reden tot zorg. En die schuilt in het EBITDA – de winst voor aftrek van rente, belastingen, afschrijvingen en amortisatie. Deze is de weergave van hoeveel geld een organisatie verdient om schulden terug te kunnen betalen, tegenwind te kunnen doorstaan en investeringen te kunnen doen. Deze EBITDA daalde voor de onderzochte 115 aanbieders van 7,1% in 2019 naar 5,9% in 2023. De oorzaak daarvoor wordt gezocht in een toename van de post ‘overige kosten’ en in de toename van de inzet van ‘personeel niet in loondienst (PNIL).
Achterstallig onderhoud
Evengoed is het feit dat de EBITDA-marge daalt bij een herstellende winstmarge opvallend. Dat laatste heeft te maken met een terugval in de investeringen die de ouderenzorgorganisaties doen. In percentage van de omzet daalden de investeringen tussen 2019 en 2023 van 5,7% naar 4,3%, waarbij opvalt dat de grootste aanbieders minder investeren dan de kleinere.
En die trend is op de langere termijn volgens Gupta niet houdbaar. Het zal leiden tot achterstallig onderhoud aan gebouwen en achterblijvende verduurzaming. Om over nieuwbouw nog maar niet te spreken. Door de explosie in de bouwkosten van de afgelopen jaren is er een gat ontstaan tussen de reële kosten voor bouwprojecten en de normatieve huisvestingscomponent die aanbieders van de overheid ontvangen voor dat doel.
Overheidsbeleid
Tot slot speelt het overheidsbeleid een rol, dat de afgelopen tien jaar vooral afname van intramurale zorg dicteerde, ten faveure van zorg thuis. Om die achteruitgang in het vastgoed te stutten, stellen de consultants voor dat de sector haar investeringen in vastgoed structureel opschroeft van (nu) 700 miljoen naar minimaal 900 miljoen en maximaal 1,1 miljard euro. Dat zou voldoende moeten zijn – mits verstandig geïnvesteerd – om een sluipende achteruitgang van het vastgoed tegen te gaan.