Denise Verkroost van de Universiteit Leiden onderzocht dit juridische schemergebied voor haar promotie.
Beste bedoelingen
Bij drang worden ouders, vaak met de beste bedoelingen, onder druk gezet om aanwijzingen van hulpverleners op te volgen. Als ouders niet meewerken, kunnen er vervolgstappen worden ondernomen, wat kan leiden tot een kinderbeschermingsmaatregel. Ook werden kinderen soms uit huis geplaatst op basis van afspraken of juist het niet nakomen van deze afspraken door ouders.
Angstig
Verkroost: “Ouders werd daarbij verteld dat als zij niet zouden meewerken, er een onderzoek zou komen door de Raad van de Kinderbescherming.” Dit onderzoek kan leiden tot een kinderbeschermingsmaatregel. Ouders zijn angstig voor deze gang naar de kinderrechter, terwijl zij daarbij eigenlijk een veel betere rechtspositie hebben.
Zonder rechten
In de praktijk lijkt de hulpverlening in een ‘vrijwillig’ drangtraject op die bij een gedwongen ondertoezichtstelling. Ook zijn er bij drangtrajecten kinderen uit huis geplaatst zonder dat er een rechter aan te pas is gekomen, tegen de wil van de ouders. Hierover zijn grote zorgen, stelt Verkroost. “Deze drang lijkt op dwang, maar dan zonder de rechtswaarborgen.”