De kosten die de gehandicaptenzorg heeft aan het onderhouden en vernieuwen van hun vastgoed zijn hoger dan de vergoeding die de overheid hiervoor geeft. In de Normatieve Huisvestingscomponent (NHC) wordt onvoldoende rekening gehouden met onder meer de kosten voor brandveiligheid, ICT-aanpassingen en de privacy van cliënten op woonzorglocaties.
Dit blijkt uit een studie van netwerk Consultancy Zorg en Bouw (nCZB) in opdracht van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN).
Sinds 2012 vindt de vergoeding van huisvestingskosten plaats op basis van de NHC. De NHC is opgebouwd uit de kosten die instellingen kwijt zijn aan bouwen, grond, onderhoud en aflossing van rente. Voorheen kregen zorginstellingen die kosten nog volledig en direct vergoed van de overheid. In het overgangsregime, dat zes jaar duurt, krijgen ze een steeds groter deel van de bouwkosten via de NHC. Vanaf 2018 is de woonvergoeding volledig gekoppeld aan de productie.
Voor 2019 zullen alle tarieven voor de langdurige zorg herijkt worden. De VGN wil dat de NHC ook onderdeel is van deze herijkingsoperatie. nCZB heeft als aanzet een analyse gemaakt van de factoren die relevant zijn als de NHC nu opnieuw zou moeten worden vastgesteld. De renteontwikkeling is in de studie buiten beschouwing gelaten, omdat de NZa hierover in 2017 voorstellen doet aan VWS.
Zorgzwaarte
De belangrijkste factor die volgens nCZB wordt onderschat is de zorgzwaarte van cliënten in de gehandicaptenzorg. Bij de samenstelling van de NHC is vogens het bureau gebruik gemaakt van achterhaalde beschrijvingen van zorgzwaartepakketten (ZZP’s).
“Hierdoor zijn in de NHC’s niet de juiste toeslagen verwerkt”, schrijft nCZB. “Dit laat zich in het bijzonder bij de zorgintensieve pakketten merken. De NHC is voor deze groepen echt te laag. Dat er de afgelopen jaren geen of nauwelijks problemen zijn ontstaan heeft in feite alleen maar te maken met het gunstige aanbestedingsklimaat. Maar dit staat momenteel ook onder druk.”
Verder houdt de NHC onvoldoende rekening met veranderde wensen van cliënten. “De vraag naar meer privacy voor de zorgintensieve ZZP’s, evenals het door cliënten gewenste koken op de groep, zijn verlangens waar instellingen aan moeten voldoen”, zo is in het rapport te lezen. “De belangrijke rol voor de cliënten sluit overigens aan bij het uitgangspunt van de Wlz waarin de keuzevrijheid van de cliënt een centraal uitgangspunt vormt.”
Onderhouden en moderniseren
Een deel van de onderzochte factoren heeft betrekking op het onderhouden en moderniseren van gebouwen. Een van de factoren die in de NHC zou worden onderschat is volgens nCZB de brandveiligheid. Het bureau rekende uit dat de huisvestingscomponent met 30 tot 40 euro per vierkante meter moet worden verhoogd.
“Alleen voldoen aan de bestaande wet- en regelgeving resulteert voor zorgaanbieders vaak niet in voldoende brandveiligheid”, schrijft het bureau. “Bij de bouw van ziekenhuizen wordt uitgegaan van extra kosten van 35 tot 40 euro per vierkante meter. Het ligt in de rede ook in de gehandicaptenzorg van een dergelijke verhoging van de bouwkosten uit te gaan.”
nCZB stelt verder vast dat het voor zorginstellingen niet meevalt om energiemaatregelen terug te verdienen, zowel bij nieuwbouw als in de bestaande bouw. “Dit heeft onder meer te maken met het gegeven dat zorginstellingen doorgaans het tarief van een grootverbruiker hebben. Hierdoor wordt het kunnen terugverdienen lastiger. In de NHC is geen rekening gehouden met het kosteneffect van de aanscherping van de energie-eisen tussen 2009 en 2015. In de literatuur is deze becijferd op circa 6,7 procent aan bouwkosten.”
Veel organisaties in de gehandicaptenzorg gebruiken technologie om de kwaliteit van de zorg te verbeteren en als het kan ook efficiënter te werken. Volgens nCZB kunnen de meerkosten hiervan worden geraamd op 2.000 tot 5.000 euro aan bouwkosten per plaats in het gebouw. Het bureau vindt meer onderzoek naar deze meerkosten nodig.
Inventariskosten
Ten slotte is op verzoek van de VGN nog aandacht besteed aan twee andere onderwerpen, te weten de vergoeding voor inventariskosten en de vergoeding voor onderhoud. “Voor wat betreft de inventariskosten is al bij de invoering van de normatieve inventariscomponent (NIC) duidelijk geconstateerd dat de vergoeding niet opwoog tegen de gemaakte kosten”, stelt nCZB. “Dit is zeker niet gewijzigd sinds de invoering van de NIC. De ontwikkelingen rond ICT, meer investeringen in veiligheid en bijvoorbeeld het koken op de groep vergen juist extra investeringen. Dit lijkt niet op te wegen tegen het feit dat meer bewoners deels hun eigen meubilair meenemen. Een verhoging van de NIC lijkt daarom aangewezen.”
Het onderhoud is deels verwerkt in de NHC en deels in het ZZP-tarief. “Er zijn geen aanwijzingen dat de vergoedingen te laag zijn”, zegt nCZB hierover. “Wel is het opvallend dat de indexering van het onderhoud in de NHC anders is dan dat bij de ZZP-tarieven. Dit terwijl het werk vaak bij dezelfde partijen in de markt wordt uitgezet. Het ligt in de rede de indexering gelijk te maken.”
Het rapport is inmiddels aangeboden aan de Nederlandse Zorgautoriteit. De NZa heeft aangegeven de resultaten mee te nemen bij het periodieke ZZP-onderhoud, zo laat de VGN weten.