Paramedische zorgverleners lopen al langere tijd aan tegen problemen bij het sluiten van contracten met zorgverzekeraars. Deze hangen samen met het hebben van te weinig inzicht in de kwaliteit en resultaten van hun behandelingen. Dat constateert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in de Monitor paramedische zorg.
Aanbieders van paramedische zorg ervaren knelpunten op het gebied van tarieven, specifieke contracteisen zoals de behandelindex en de onderhandelingspositie t.o.v. de zorgverzekeraars. Wanneer aanbieders meer helderheid verschaffen over kwaliteit en resultaten, kunnen zorgverzekeraars beter inkopen op basis van die kwaliteit. Dat stelt de NZa naar aanleiding van de Monitor Paramedische zorg.
Landelijke afspraken
De paramedische beroepsgroepen investeren actief in hun kwaliteit, zo constateert de NZa. Echter ontbreken vaak kwaliteitsindicatoren en/of transparantie hierover. Daarom kan de NZa geen uitspraken doen over of de kwaliteit in de praktijk ook daadwerkelijk verbeterd is. Er is dan ook actie nodig van alle aanbieders om de kwaliteit van hun zorg transparant en meetbaar te maken. De NZa stelt dat daar wel vertrouwen voor nodig is tussen zorgverlener en zorgverzekeraar. Daarvoor is ook transparantie nodig over de opbouw van tarieven en het serieus nemen van signalen van zorgaanbieders. Ze adviseert dan ook dat beide partijen hier samen landelijke afspraken over maken.
ZN: laat beroepsgroep invulling geven
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) kaatst de bal terug naar de paramedische beroepsgroep. ZN vindt het een goede zaak dat de NZa de paramedische zorg oproept om met kwaliteitsindicatoren te komen. Ze bevestigt dat het ontbreken van meetbare en transparante kwaliteitsindicatoren het voor zorgverzekeraars lastig maakt om daadwerkelijk in te kopen op kwaliteit. Echter, ZN is van mening dat het aan de paramedische beroepsgroep is om hier op korte termijn invulling aan te geven.
Benarde positie
De KNGF, de beroepsvereniging voor fysiotheapeuten, voelt zich gesterkt door het rapport van de NZa. De monitor stelt definitief vast dat fysiotherapeuten in een benarde positie zitten, zo stelt Guido van Woerkom, voorzitter van het KNGF op hun website. Op 24 april spreekt hij met de minister over een kostenonderzoek. Dat is volgens de KNGF nodig om aan te tonen hoe groot het gat is tussen de huidige tarieven en de werkelijke kostprijs van een behandeling. Van Woerkom rekent er op dat het onderzoek klaar is voor de tariefvaststelling 2020. Maar ook zonder deze uitkomsten kunnen de tarieven in 2020 volgens hem omhoog. Hij noemt de huidige achterstand fors.
De monitor gaat naast kwaliteit in op de betaalbaarheid en toegankelijkheid van de paramedische zorg en de effecten hiervan voor patiënten.