HIMSS – Zorgaanbieders zoeken in hun streven naar digitalisering vooral IT- en consultancy-bedrijven op. De focus van het IT-beleid is sterk intern gericht; patiënten en ketenpartners zijn nauwelijks in beeld.
Dat is één van de conclusies uit het rapport “Digitaal als het nieuwe normaal – een kompas voor digitale transformatie van de zorg”, dat Capgemini Consulting en trainings- en congresbureau Heliview op 12 april presenteerden in het kader van de internationale zorg-IT-conventie HIMSS 2015 in Chicago. Opmerkelijk, vindt onderzoeker Robert Stegwee van Capgemini, want “de zorg wordt, in aansluiting op ontwikkelingen als decentralisatie naar gemeenten en concentratie en spreiding in ziekenhuizen, meer en meer georganiseerd rondom de patiënt/consument”.
Volgens Stegwee kan juist digitale technologie een belangrijke rol spelen om de samenwerking tussen zorgorganisaties met de zorgconsument als actieve spil te verbeteren. “De uitdaging is om de samenwerking en ketenzorg vanuit de patiënt annex burger vorm te geven. Niet eerst alles intern op orde hebben.”
Digitaal meesterschap
Het onderzoek is te lezen als een vervolg op eerder internationaal onderzoek van Capgemini naar de digitale volwassenheid van zorginstellingen. De conclusie was in de 2014 dat de digitalisering van de zorg ten opzichte van ettelijke andere sectoren nog in de kinderschoenen staat. Om de gang naar een daadwerkelijk digitale werkwijze nader te kenschetsen maakt Capgemini onderscheid tussen vier soorten organisaties. Bij de ‘beginners’ is het management sceptisch en worden er hoogstens wat experimenten uitgevoerd. De ‘conservatives’ hebben weliswaar een overkoepelende visie, maar zijn heel voorzichtig met de implementatie. De ‘fashionistas’ gaan zich juist te buiten aan geavanceerde toepassingen, maar missen een overkoepelende visie. Bij de ‘digital masters’ vallen visie en praktijk samen, in combinatie met een goede governance en coördinatie.
Voordeel
Volgens Capgemini heeft digitaal meesterschap grote impact op de bedrijfsresultaten. De omzet is gemiddeld 9 procent hoger dan het branchegemiddelde, terwijl de winstmarge zelfs 26 procent hoger ligt. Deze uitkomsten laten volgens Stegwee zien dat het argument dat er geen goede business-case rond digitale transformatie te maken valt niet opgaat. “Organisaties die succesvol zijn in hun digitale transformatie hebben daar significant voordeel bij; zij presteren beter dan de achterblijvers. Ook in de zorg is dit in toenemende mate het geval.”
Volgens Stegwee hebben de meeste zorgorganisaties wel de ambitie om zich het digitaal meesterschap eigen te maken. Bijna 83 procent zegt een visie op digitale transformatie geformuleerd te hebben. Tegelijkertijd ligt fashionista-gedrag op de loer. “Het idee dat je duizend bloemen moet laten bloeien om kansrijke digitale initiatieven te identificeren is een fabel”, aldus Stegwee. “Zulke organisaties doen te veel dingen tegelijk. Dat is niet alleen duur, maar de initiatieven blijven vaak ook kleinschalig en er is geen samenhang of visie.”
Toch kiezen circa acht van de tien Nederlandse zorginstellingen volgens Stegwee voor deze vrijblijvende aanpak. Een andere dunne plek in de digitale transformatieslag in de zorg is volgens Stegwee de beperkte mobilisering via digitale weg van de eigen organisatie. Daarnaast is er bij werving en selectie te weinig oog voor digitale vaardigheden van nieuwe medewerkers.