Kuipers liet maandag weten dat hij vasthoudt aan zijn plannen om het aantal centra voor kinderhartchirurgie terug te brengen van vier naar twee. Die operaties worden momenteel uitgevoerd in Utrecht, Rotterdam en Groningen, en door een samenwerking van Amsterdam en Leiden. Eerder was aangekondigd dat de centra in Rotterdam en Utrecht open zouden blijven. Nu vraagt de minister de koepel van academische ziekenhuizen, de NFU, om advies.
Hartstichting
Volgens de Hartstichting heeft Nederland maar weinig specialisten die in staat zijn om operaties aan harten van kinderen te doen. “Om hun vaardigheden op te peil te houden en als team goed op elkaar ingespeeld te raken en te blijven, is het belangrijk zo veel mogelijk van dit soort ingrepen te kunnen doen.” Met vier centra zijn er te weinig ingrepen om die routine te houden, aldus de stichting. “Er gaan artsen met pensioen en in een aantal ziekenhuizen zijn soms niet meer dan twee of drie artsen beschikbaar. Die moeten samen zorgen dat er zeven dagen per week, vierentwintig uur per dag iemand klaarstaat. Deze hoge werkdruk is nu al een probleem en op de langere termijn niet vol te houden.”
NFU
Kuipers heeft de NFU, de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra, gevraagd om binnen een maand te laten weten of ze in staat en bereid is om onderzoek te doen naar de toekomst van de kinderhartchirurgie. Dat onderzoek zou uiterlijk op 1 april klaar moeten zijn. Op 1 oktober zou de NFU moeten laten weten hoe de negatieve gevolgen te beperken zijn voor de ziekenhuizen die hun kinderhartcentrum zouden kwijtraken. De NFU reageert nog niet op het verzoek van de minister. “We beraden ons momenteel op de inhoud van de brief en kunnen daarom nog niet inhoudelijk reageren.” (anp)