De landelijke richtlijn van nacontrole is gelijk voor iedereen die aan borstkanker is behandeld is. Doorgaans omvat dit een jaarlijks polibezoek met beeldvormende diagnostiek. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat INFLUENCE, een model die de kans op terugkeer van ziekte voorspelt, kan helpen om de follow-up op maat aan te bieden. Ook ervaart iedere vrouw de kwaliteit van leven anders, aldus het Nivel. “De angst voor terugkeer van de ziekte is voor iedere patiënt anders. Juist daarom is het van belang in kaart te brengen wat het effect is van een gepersonaliseerde behandeling van deze patiënten”, zegt Bart Knottnerus, huisarts en programmaleider Huisartsenzorg.
Effectiviteitsonderzoek
Binnen het project worden vanaf volgend jaar 1.040 vrouwen in tien Nederlandse ziekenhuizen gevolgd. De studie duurt zes jaar en brengt over een periode van twee jaar na de start van de follow-up (dus ongeveer drie jaar na diagnose) de (kosten)effectiviteit van gepersonaliseerde nacontrole en nazorg bij borstkanker in kaart. “Patiënten met een laag risico op terugkeer van ziekte hoeven daarmee niet onnodig belast te worden met intensieve follow-up-schema’s. Bovendien kunnen zorgkosten worden bespaard”, aldus het Nivel.
In het NABOR-project worden de inrichting van de follow-up gekoppeld aan het risico op terugkeer van borstkanker op basis van INFLUENCE 2.0. Met behulp van een keuze-ondersteuningstool kiezen arts en patiënt vervolgens samen hoe ze het nacontroletraject verder inrichten. Daarnaast wordt een gespreksondersteuner ontwikkeld, waarmee de behoefte aan nazorg in kaart wordt gebracht en handvatten worden gegeven voor het opstellen van een nazorgplan. Het project wordt met een subsidie van 1,5 miljoen euro gefinancierd vanuit het programma Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (ZEGG) van ZonMw.