Het bekostigingssysteem op basis van Diagnose Behandelingcombinaties (DBC’s) is “de grootste mislukking van de stelselherziening”. Dat stellen hoogleraren economie Wim Groot en Henriëtte Maassen van den Brink in Het Financiëele Dagblad. Met name de normtijden voor medisch specialisten gooien volgens beide hoogleraren roet in het eten.
Star
Om die reden noemen Groot en Maassen van den Brink “het starre systeem van de normtijden de grootste fout van het DBC-systeem” . Deze normtijden zijn gebaseerd op een tijdsbestedingsonderzoek onder specialisten uit 2005. Sindsdien is er door ondermeer technologische vooruitgang zoveel veranderd, dat de normtijden nog maar weinig relatie met de werkelijkheid hebben.
Taakherschikking
Niet alleen leidt dit volgens Groot en Maassen van de Brink tot grote inkomensongelijkheid tussen artsen, ook zet het een rem op taakherschikking. Gespecialiseerde verpleegkundigen kunnen in principe steeds vaker taken overnemen van de arts. De tijd die met deze taken gemoeid is blijft echter onderdeel van de normtijd van de specialist. Zo komen de kosten van taakherschikking voor rekening van het ziekenhuis en gaan de opbrengsten naar de specialist. Ziekenhuizen zijn daarom huiverig om taken over te dragen van arts naar verpleegkundige. Mogelijke kostenbesparing door de inzet van goedkopere verpleegkundigen in plaats van duurdere specialisten blijven zo onbenut.
Pervers
De starre urennormering heeft volgens Groot en Maassen van den Brink ook andere perverse effecten. Als voorbeeld noemen ze vrijgevestigde specialisten die jonge artsen in loondienst nemen. De specialist profiteert dan van het verschil tussen de honorariumopbrengst en het salaris dat aan de jonge arts in loondienst wordt betaald.
Mislukking
Groot en Van den Brink verwachten niet dat het traject DBC’s op weg naar transparantie (DOT) soelaas zal bieden. DOT voorziet in een drastische vereenvoudiging van het DBC-systeem. De huidige 110 duizend DBC’s worden begin 2012 samengevoegd tot vierduizend productgroepen. Bovendien hebben artsen geen directe invloed meer op de DBC-registratie. Via een zogeheten grouper worden de DBC’s automatisch afgeleid uit de registratie van daadwerkelijk geleverde zorg. Dit zal de administratie en registratieproblemen waarschijnlijk verminderen, maar lost volgens Groot en Maassen van den Brink het probleem met de achterhaalde normtijden niet op. Ook binnen DOT blijven er verschillen tussen specialismen waar veel arbeidsbesparende innovaties plaatsvinden en specialismen waar dat niet zo is. DOT maakt evenmin een einde aan het financiële schot tussen medisch specialisten en ziekenhuizen, waardoor de kosten van arbeidsbesparende innovaties bij de ene partij terecht komen en de baten bij de andere. “Zo dreigt DOT eenzelfde mislukking te worden als de DBC’s”, aldus Groot en Maassen van den Brink.