Het nieuwe systeem voor de verwerking en uitbetaling van het persoonsgebonden budget (pgb) wordt vanaf half juni landelijk ingevoerd. Dat zal in fases gaan, waarbij steeds grotere groepen budgethouders het zogenoemde PGB 2.0 in gebruik gaan nemen, totdat eind 2020 alle pgb-houders en –verstrekkers over zijn. Dat maakt minister Hugo de Jonge (VWS) bekend in een brief aan de Tweede Kamer.
Het plan om tot een nieuw uitvoeringssysteem voor het pgb te komen ontstand nadat er in 2015 grote bleken te zijn met het bestaande systeem. In dat jaar werd de Sociale Verzekeringsbank (SVB) verantwoordelijk voor de uitbetaling, maar het computersysteem dat de uitvoerder hiervoor had opgezet werkte niet naar behoren. Hierdoor kregen veel zorgaanbieders hun geld niet en van veel pgb-gelden die wel waren uitgekeerd kon de rechtmatigheid niet met zekerheid worden vastgesteld.
In de jaren daarna zijn verbeteringen doorgevoerd, maar intussen werd er op initiatief van het ministerie van VWS aan een nieuw systeem gewerkt. Zorgverzekeraar DSW kreeg de opdracht om het te bouwen en sinds juni 2018 wordt het getest. Bij een evaluatie in november 2018 bleek dat het PGB 2.0 nog aan alle kanten rammelde en dat de kosten hoog opliepen.
‘Werk aan de winkel’
Volgens minister De Jonge zijn sinds die evaluatie ook weer verbeteringen aangebracht. Dat stelt hij onder meer op basis van een beoordeling door de Auditdienst Rijk (ADR), die het project doorlichtte. “Uiteraard is er nog veel werk aan de winkel en geeft de ADR aan dat er in de loop van 2019 nog de nodige knopen doorgehakt moeten worden, waarbij belangen van ketenpartijen uiteen kunnen lopen”, schrijft de minister. “Maar ik heb er vertrouwen in dat we daar met elkaar op een goede manier uitkomen en ik voel me daarin gesterkt door de Quick Scan van de ADR.”
Toch kiest het ministerie voor een gefaseerde invoering van het PGB 2.0. Dat moet ook wel omdat het systeem nog niet helemaal afgebouwd is. “Bij de invoering van het PGB2.0-systeem wordt gekozen voor zorgvuldigheid boven snelheid”, schrijft De Jonge. “Het PGB2.0-systeem is in ontwikkeling en de komende periode worden functionaliteiten toegevoegd die noodzakelijk zijn voor grootschalige aansluiting van gemeenten en zorgkantoren.”
Op 15 juni moeten de eerste ‘voorlopers’ met het nieuwe systeem aan de slag gaan. Het gaat dan om zo’n vijfhonderd tot duizend budgethouders. In augustus volgt nog zo’n relatief kleine groep, waarna in november de eerste grote tranche wordt aangesloten van zo’n tienduizend budgethouders. “Deze starttranche zal in 2020 gevolgd worden door vier tranches waarin de overige budgethouders worden aangesloten”, aldus minister De Jonge.
355 gemeenten
De minister erkent dat zijn planning anders kan lopen doordat VWS niet over alle onderdelen volledige controle heeft. Zo moeten 355 gemeenten op het systeem worden aangesloten, met allemaal zo hun eigen proces. “Zoals ook de ADR heeft geconstateerd is het een feit dat VWS niet de (directe) zeggenschap heeft over de volledige keten, omdat een aantal ketenpartijen eigenstandige, wettelijk bepaalde bevoegdheden en beleidsvrijheid kennen”, schrijft De Jonge. “Dat neemt niet weg dat de ketenpartijen laten zien dat zij de invoering serieus oppakken. Zo wordt bijvoorbeeld de aansluiting van gemeenten op het PGB2.0-systeem zo gemakkelijk en toegankelijk mogelijk gemaakt door de VNG en de overige ketenpartijen.”
In het implementatieplan dat de minister met zijn brief meestuurt staat dat de budgethouders en zorgverleners zes weken voor aansluiting worden geïnformeerd over de overgang naar PGB2.0. Medewerkers van zorgkantoren, gemeenten en de SVB moeten worden opgeleid om met het PGB2.0 systeem te kunnen werken en om zich de nieuwe processen en werkwijze eigen te maken. Dit verzorgen de partijen zelf.
De minister belooft in het voorjaar en in het najaar vervolgrapportages over de voortgang van het PGB 2.0. Daar zal ook een kostenoverzicht bij zitten.