Ruim 300 ouderen en mensen met een beperking die zelf hun langdurige zorg regelen met een persoonsgebonden budget, geven de zorg een hoger cijfer dan 172 cliënten met langdurige zorg in natura.
Dat komt uit een onderzoek van Nivel onder cliënten van CZ zorgkantoor. Ook zijn de ontvangers van persoonsgebonden budgetten beter bekend met de rol van het zorgkantoor.
De ‘pgb-cliënten’ waardeerden de zorg met een 8,8. Dat is een punt hoger dan de 7,8 die cliënten met zorg in natura gaven aan de zorg. Voor het onderzoek nam het Nivel vragenlijsten af bij 172 cliënten met een beperking die zorg in natura ontvangen en 301 cliënten met een persoonsgebonden budget (zowel ouderen als cliënten met een beperking en hun naasten).
Mogelijk waarderen cliënten met een persoonsgebonden budget en hun naasten de zorg hoger omdat zij die zelf organiseren en de zorg zodoende beter kunnen laten aansluiten op hun eigen voorkeuren en behoeften, oppert het Nivel in een nieuwsbericht over het onderzoek.
Zorgkantoor onbekender
Cliënten die zorg in natura ontvangen en hun naasten, zien het zorgkantoor nauwelijks als aanspreekpunt. Zij stellen hun vragen vooral aan de zorgaanbieder. Dit geldt zowel voor cliënten die recent in zorg zijn gekomen als cliënten die al vele jaren zorg zijn. Cliënten die wel contact hadden met het zorgkantoor, vooral mensen met een pgb dus, waardeerden het zorgkantoor met een 7,9. Het gegeven dat cliënten die zorg in natura ontvangen het zorgkantoor nauwelijks kennen of gebruiken, is niet nieuw. In 2017 zagen onderzoekers dat al bij ouderen en nu dus ook bij mensen met een beperking.
Een belangrijke vraag voor het zorgkantoor is of het moet inzetten op de directe relatie met de groep cliënten met een beperking die zorg in natura ontvangen, of dat zij dat beter indirect, via de zorgaanbieder kunnen doen. Het onderzoek geeft niet een pasklaar antwoord.