De rechtbank Midden-Nederland heeft op 10 juli IT-dienstverlener Patiënt1 failliet verklaard. Curator Marco Guit onderzoekt momenteel een doorstart.
Patiënt1 is naar eigen zeggen de grootste aanbieder van persoonlijke gezondheidsdossiers (PGD) –tegenwoordig veelal aangeduid als Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO)- in Nederland, maar het is onduidelijk hoeveel gebruikers er feitelijk zijn.
Jurist Sander Schouten, die namens curator Guit uitleg geeft, spreekt niettemin van “een mooi product”. “Het zou zonde zijn als dat teloor gaat. En dat hoeft ook niet, want er lijken mogelijkheden te zijn voor een doorstart.”
Shake-out
Volgens Schouten is het te vroeg om uitspraken te doen over de oorzaken van het faillissement van Patiënt1. Zorgondernemer Jan van der Beek, die vorig jaar het van oorsprong Engelse PGO Patients Know Best (PKB) in Nederland introduceerde, zegt niet verbaasd te zijn over de gang van zaken. “Er zijn momenteel zo’n dertig tot veertig PGO’s actief. Daar zit een aantal kleine initiatieven tussen met beperkte middelen. Dus is het logisch dat er een shake-out komt.”
Financiering
De vraagt dringt zich op of het faillissement van Patiënt1 indicatief is voor de bredere problemen rond de doorontwikkeling van PGO’s. Hoewel zowel zorgaanbieders en zorggebruikers als IT-leveranciers en VWS positief zijn over het gebruik van gemeenschappelijk standaarden zoals MedMij, staat het gebruik ervan nog in de kinderschoenen. Dat hangt onder meer samen met het ontbreken van structurele financiering. “Daarom is het mooi dat de overheid nu net duidelijkheid heeft gegeven over een financieringsregeling”, reageert MedMij-woordvoerder Ties Aben. “Er komt de komende jaren daadwerkelijk subsidie vrij voor de ontwikkeling PGO’s.” Daarmee is misschien een belangrijke horde genomen, maar de doorontwikkeling van PGO’s kent meer hindernissen, zoals de zoektocht naar een business-case, lage gebruikersaantallen en het gezamenlijk vaststellen van een afsprakenstelsel.
Markt
Hoe het PGO-landschap er uiteindelijk uit komt te zien, moet de markt uitmaken. “Er zijn meerdere scenario’s denkbaar”, aldus Aben. “Eén daarvan is dat er uiteindelijk enkele PGO’s overblijven. Maar MedMij heeft daar geen rol in. Wij creëren de radvoorwaarden voor veilige, betrouwbare en gestandaardiseerde data-uitwisseling, voor de rest laten we het aan de markt over.”
Voor Van der Beek is duidelijk waar de schoen wringt. “Er wordt onderschat wat er allemaal nodig is om een PGO te ontwikkelen en draaiende te houden. Daarom hebben wij gekozen voor PKB, dat in Groot-Brittannië al miljoenen gebruikers kent.”
Praktijkproef
De Nederlandse PGO’s hebben juist het punt bereikt waarin ze aan de praktijk getoetst worden. Het faillissement van Patiënt1 komt in dit opzicht op een ongelukkig moment. Patiënt1 was naast Quli uitgekozen als één van de twee PGO’s voor een landelijke praktijkproef, uitgevoerd door PROVES in opdracht van MedMij. Dit roept vragen op over de gehanteerde selectieprocedure. Volgens Aben heeft MedMij hier als opdrachtgever geen stem in gehad.
Volgens RROVES-woordvoerder Alf Zwilling heeft het wegvallen van Patiënt1 geen gevolgen voor de voortgang van de praktijkproef. Aan andere delen van de praktijkproef doen nog eens vijf PGO-leveranciers mee, waarmee er voldoende reikwijdte en representativiteit is. Van een actieve selectie door PROVES is volgens geen sprake geweest. Om deelnemers te zoeken heeft PROVES een open verzoek uitgestuurd, waar alle leveranciers op konden reageren, aldus Zwilling.