De Philips-beademingsapparaten voor patiënten met slaapapneu bevatten een isolatieschuim dat kan verbrokkelen en daardoor gevaarlijk kan zijn voor gebruikers. Daarnaast kan het isolatiemateriaal, als het in aanraking komt met bepaalde schoonmaakmiddelen, een giftige stof afgeven.
Kostenstijging
De extra voorziening is mogelijk wel de laatste. De afgelopen tijd kwamen er 300.000 apparaten bij die in aanmerking kwamen voor herstel, met name in de Verenigde Staten waar Philips de apparaten veel via andere partijen uitleverde en minder zicht had op die machines. Tegelijkertijd wil Philips het tempo van de reparaties hoog houden en met de huidige arbeidsmarkt en de extra kosten voor transport en materialen kost dat meer geld.
Afgezien van de terugroepactie had Philips het lastig vanwege toenemende leveringsproblemen. Die werden de afgelopen tijd verergerd door de corona-uitbraken in Chinese steden als Shenzhen en Shanghai. Daarnaast namen materiaalkosten en energieprijzen toe als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Van de 97 miljoen euro die Philips aan kosten bespaarde, bleef door de gestegen kosten netto maar 8 miljoen euro voordeel over.
Oplossingsmodus
De omzet van Philips kwam uit op 3,9 miljard euro. In vergelijking met de eerste drie maanden van vorig jaar betekende dat een lichte daling, wat volgens topman Frans van Houten eigenlijk volledig veroorzaakt is door de stop van de verkopen van de apparaten voor slaapapneu. “We zijn nu volledig gericht op het oplossen van de problemen. Het is ethisch niet te verklaren als we daar niet al onze capaciteit voor zouden benutten.” Eind dit jaar zou 90 procent van de apparaten hersteld moeten zijn en kan Philips de productie van nieuwe apparaten weer hervatten.
De orders bij andere onderdelen stroomden sneller dan verwacht binnen bij Philips. Zo waren mri-scanners operatiekamers, maar ook elektrische tandenborstels populair. Onder de streep was er een verlies van 152 miljoen euro over de voortgezette activiteiten. Een jaar eerder was er een min van 34 miljoen euro. (ANP)