“We willen het aantal geneesmiddelenonderzoeken met een factor twee of drie omhoog brengen”, aldus Eggermont in Skipr quarterly 2, lente 2020. “Nu we één centrum hebben in het land kunnen er veel meer studies worden gerealiseerd dan voorheen in zeven afzonderlijke afdelingen. Bovendien zijn we internationaal nu een grote speler. Wij kunnen een kernpunt worden in een netwerk van excellente onderzoekscentra, zoals Heidelberg, Berlijn, Zurich en Parijs.”
Chirurgisch oncoloog Eggermont nam vorig jaar in het Prinses Máxima Centrum als CSO het stokje over van Hans Clevers. Voordat hij naar Utrecht kwam, was hij bijna tien jaar algemeen directeur van het gerenommeerde kankerinstituut Gustave Roussy in Parijs.
Hiaten
Een van de opdrachten van Eggermont is het vullen van hiaten in het researchprogramma. Zo zal het onderzoek naar hersentumoren sterk toenemen en een uitgebreid immunotherapieprogramma worden ontwikkeld. Een programma voor leukemieën is al in volle gang. Hiervoor werkt het Máxima samen met groepen in het UMC Utrecht. En ook het aantal early clinical trials wordt uitgebreid.
Volume
De heilige graal op onderzoeksgebied is wat Eggermont betreft internationale samenwerking, zeker als het om kinderoncologie gaat. “Om tot doeltreffend onderzoek bij zeldzame ziekten te komen, heb je volume nodig. En daarvoor moet je internationaal gaan.”
Coronacrisis
Zijn internationale kijk op de medische wetenschap staat haaks op het nationalisme dat op veel plekken de kop opsteekt. Brexit en Trumpisme hebben het klimaat voor internationale samenwerking geen goed gedaan, gelooft Eggermont. De huidige coronacrisis kan hier verandering in brengen. “Zo’n crisis stimuleert tot saamhorigheid en focussen op wat er echt toe doet”, stelt Eggermont. In zekere zin is ook de strijd tegen kinderkanker zo’n issue dat mensen samenbrengt. “In Nederland is een volksbeweging ontstaan om kinderkanker effectiever te bestrijden. Daar is het Prinses Máxima Centrum het levende bewijs van.”
Ziekenhuisnetwerk
Zo zijn er meer aspecten van het Nederlandse zorgstelsel waar we wat Eggermont betreft best wat vaker trots op zouden mogen zijn. Hij prijst het relatief compacte ziekenhuisnetwerk van zeven universitaire medische centra en 81 veelal gefuseerde algemene ziekenhuizen. “Vergelijk dat eens met Frankrijk. Zij zijn vier keer zo groot wat betreft inwoners, maar hebben 1.500 ziekenhuizen. Een probleem is dat de gekozen burgemeester voorzitter is van het plaatselijke ziekenhuisje. Dat krijg je dus nooit meer weg.”
Voorlopen
Ook de eerstelijnszorg is in ons land goed geregeld, vindt Eggermont. “In Frankrijk wemelt het nog van digitaal slecht verbonden huisartsen die hun zaakjes niet goed op orde krijgen. Terwijl Nederland een netwerk kent van gezondheidscentra, met huisartsen die samenwerken, ook bij het digitaliseren van hun dienstverlening. Wij beseffen niet hoe ver we vóórlopen op andere landen.”
Goud
Ook de egalitaire cultuur en platte organisatie – elementen die hij nadrukkelijk terugziet in het Prinses Máxima Centrum – vormen een stimulans voor innovatie, gelooft Eggermont. “Onze cultuur is open, vrij, onbelemmerd, innovatief. Het ziekenhuis kent nauwelijks schotten tussen behandelaars en onderzoekers. Kleine groepen krijgen de vrijheid zelf onderzoek te doen. En teamleden zijn elkaars gelijken zonder dat ze privileges hebben. Die platte organisatiecultuur is goud waard. Waarom? Omdat alle medewerkers zich betrokken voelen bij de gehele organisatie. En ook omdat jonge mensen de ruimte krijgen hun ideeën te uiten. Juist op 25- tot 40-jarige leeftijd zijn wij mensen op ons best.”
Lees het interview met Alexander Eggermont in Skipr quarterly, 02 april 2020.