De veiligheid was bovendien ondergeschikt aan de zorg, stelt de Inspectie. “Zowel de forensische scherpte (alertheid op mogelijke risico’s) en de materiële beveiliging (zoals hekken) was niet op orde”, concludeert de Inspectie. De Pompekliniek heeft daarnaast onvoldoende geleerd van ontsnappingen van tbs’ers in 2017 en 2019.
Voorgeschiedenis
Uit de voorgeschiedenis van de twee tbs’ers blijkt dat ze zich in andere inrichtingen aan hun behandeling onttrokken. Ze kwamen onder meer te laat terug van verlof, liepen weg van hun begeleider en hielden zich niet aan afspraken. Apart van elkaar pleegden ze tijdens eerder verlof een delict waarvoor ze tbs kregen opgelegd. De kliniek sloeg hier niet op aan en hield de twee niet extra goed in de gaten.
De twee mannen konden daardoor veel contact hebben met familie en vrienden, zowel telefonisch als tijdens bezoek in de kliniek, zonder dat de kliniek daar zicht op had. “Zorgelijk”, vindt de Inspectie JenV. Een van de mannen belde in de twee maanden voor zijn ontsnapping duizenden keren naar buiten, de andere man een paar honderd keer. “De kliniek lette niet op de inhoud van die gesprekken, noch op die van telefoontjes die voor hen binnenkwamen.” Zonder controle door de beveiligingsmedewerkers werden de telefoontjes doorgezet.
Amicaler
In diezelfde periode deden de mannen steeds amicaler naar het personeel toe. “Dat had aanleiding moeten zijn voor nog meer alertheid, omdat de patiënten eerder – tijdens hun verblijf in andere inrichtingen – ook vaak voorbeeldig waren in hun contact met het personeel, terwijl zij zich tegelijkertijd onttrokken aan hun behandeling”, stelt een uiterst kritische inspectie.
De tbs’ers ontsnapten op 21 juni vorig jaar. De twee klommen over drie hekken op het terrein van de kliniek, terwijl een handlanger een gat maakte in het buitenste hek. Er ging een alarm af. Circa 40 seconden daarna stonden de tbs’ers buiten en reden ze met hun handlanger in een vluchtauto weg. De twee zijn inmiddels weer opgepakt. (ANP)